Reisverslag
Vogelreis ALMERÍA - Zuidoost Spanje-
11
t/m 19 april 2009
Reisleider:
Kees Woutersen (Aragon Natuurreizen)
Deelnemers:
Adrie en Auke Burrie, Jan Leunissen, Loes en Tom Loorij
Zaterdag
11 april
Om
13.00 uur vertrekken wij met het openbaar vervoer naar Schiphol.
We kopen daar nog wat water en eten een croissant. We zouden
om 16.15 uur vertrekken, maar dat wordt wel 20 minuten later,
want het luchtruim was wat vol. Desondanks komen we toch nog
om 19.15 uur in Malaga aan. Bij de bagageband wil de tas van
Tom maar niet komen. Terwijl iedereen zijn of haar bagage
al had, stonden wij als enigen nog te wachten. En juist toen
wij op het punt stonden Kees maar op te zoeken om te vragen
te helpen bij het aanmelden van vermiste bagage, kwam de tas
van Tom moederziel alleen ook op de band aanzetten.
Bij
Kees maken we kennis met Jan. Al snel blijkt hij een oude
studievriend van Ed Opperman te zijn. Diens telescoop, een
Kowa die hij 20 jaar gelden overgenomen had, gebruikt Jan
nog steeds en ook op deze reis.
Wij
hebben een blauw busje (net als toen we met Kees naar de Ebrodelta
gingen) en Kees brengt ons naar het vlakbij gelegen Torremolinos,
waar we een nachtje in hotel Cervantes zullen overnachten.
Daar maken we ook kennis met Adrie en Auke. Om 21.00
uur gaan we ‘in de kelder' dineren. Dat blijkt hier uit een
gigantisch lopend buffet te bestaan; je hebt alleen al een
kwartier nodig om te bestuderen wat (en waar!) alles is. Maar
het smaakte, inclusief de aangerukte wijn, voortreffelijk.
Vanaf het terras van onze kamer maken we nog wat foto's van
het straatbeeld onder ons.
Na
het diner pakken we de bagage even om, zodat we alles bij
de hand hebben voor onze eerste echte vogeldag morgen. Om
23.00 uur liggen we plat.
Zondag
12 april
Kees
laat ons een beetje uitslapen gezien de vermoeiende reis van
de vorige dag. Maar om 8.30 uur zitten we met zijn allen aan
het ontbijt. En ook dit is weer net zo'n zoektocht om alles
bij elkaar te graaien uit het enorme aanbod wat je lekker
vindt.
Om
9.30 uur vertrekken wij. We gaan eerst naar een berggebied
zo'n 30 km ten noorden van Malaga, El Torcal geheten. Even
voordat wij daar aankomen maken we een korte tussenstop voor
een kolonie Vale Gieren die zich uitstekend laten bekijken.
Op de parkeerplaats bij een bezoekerscentrum zetten we het
busje neer. Dan gaan we een kleine drie uur een fraaie wandeltocht
maken in dat schitterende natuurgebied. Het is echter wel
knap vermoeiend, al dat geklauter over een soms nauwelijks
zichtbaar pad (maar wel goed aangegeven) tussen de rotsformaties
door. Maar de uitzichten en da natuur maken veel goed. Blauwe
Rotslijster, Kleine Zwartkop, Zwarte Roodstaart en Alpenkraai
zijn de meest markante vogelsoorten.
Weer
terug nemen we nog een kijkje in het bezoekerscentrum. Daarna
gaan we even verderop op de terugweg lunchen in de open lucht
bij een schaapskudde. Beetje uit de wind zitten, want het
is best fris! We drinken even later een kop koffie in Villanueva
de la Conception en dan begint de lange reis naar Tabernas.
Het is druk op de late zondagmiddag! Bij een stop bij een
benzinepomp spotten we nog Huiszwaluwen, een Europese Kanarie
en een Roodkopklauwier.
Om
19.15 uur bereiken we Tabernas, maar nog niet ons Casa Rural!
We kunnen het niet vinden en uiteindelijk belt Kees naar de
eigenaar, die ons op zijn motorfiets komt ophalen en de weg
wijst. Dat gaat door nauwe straatjes, waarin onze bus tot
twee keer toe niet langs de geparkeerde auto's komt. Het kost
heel wat inventiviteit voordat we uiteindelijk de voordeur
bereiken! Het blijkt een heel leuk onderkomen te zijn, voluit
Casa Rural Jardín del Desierto, geheten, waar alle kamers
een eigen bloemennaam hebben. Wij hebben Lyrio, de lelie.
Een schitterend kinderwiegje staat op de gang. We worden hartelijk
welkom geheten met een drankje en olijven. Om 20.30 uur gaan
we dineren.
Dan
is het lijsten (32 soorten, toch niet gek voor een reisdag)
en de douchecabine in. Super de luxe, maar een gebruiksaanwijzing
is wel nodig. Maar eindelijk lukt het om ook warm water uit
de kraan in de goede richting te krijgen.
Maandag
13 april
Om
8.00 uur scharen we ons aan het ontbijt. De toast-roosters
behoeven enige oefening om te voorkomen dat brood zwart wordt.
En echt heet water voor de thee schijnt ook moeilijk te maken
te zijn. Maar alles komt goed en op 9.00 uur gaan we, bepakt
en gezakt met voor ieder een lunchpakket en een fles water,
richting Cabo de Gata. Jan loodst ons langs de geparkeerde
auto's, hetgeen de komende dagen bij vertrek en aankomst zijn
dagelijkse routine zal gaan worden! Voor ons Nederlanders
is het ook aardig te weten dat alle spreeuwen die we in het
dorp zien zitten, Zwarte Spreeuwen zijn.
De
eerste stop is even voorbij het bezoekerscentrum, dat op maandag
gesloten is, waar we over een breed zandpad temidden van een
prachtige, in hoofdzaak gele flora, richting kust wandelen.
De eerste Thekla Leeuwerik wordt gezien, evenals de Roodkopklauwier.
Kees meent heel ver weg een Griel te horen, maar die krijgen
we niet te zien. Wel zien we op de terugweg, al weer vlak
bij het busje, een heel groepje Zwartbuikzandhoenders dat
overvliegt en kennelijk verderop in de bush weer neerstrijkt.
Dan
stoppen we aan de noordkant van de zoutpannen op een parkeerterrein
waar ook een observatiehut en informatiebord staan. De telescopen
worden tevoorschijn gehaald en al snel spotten we de Flamingo's,
Steltkluten, Kluten en diverse soorten plevieren en strandlopers.
Even
verderop lopen we een kort onverhard pad naar een kijkhut
aan de oostkant van de zoutpannen. We zien daar ongeveer de
zelfde vogelsoorten, maar heel aardig is dat dit pad ook tot
twee bijschrijfsoorten leidt in de rubriek ‘reptielen en amfibieën':
de Spaanse Zandloper (een grote hagedis) en de Roodstaartfranjeteenhagedis,
een soort met ontzettend lange dunne rode staart.
Na
een koffiestop in Almadrava rijden we richting vuurtoren.
Even daarvoor maken we nog een schitterende wandeling over
een goed begaanbaar pad door het ruige terrein. Het is hier
vooral de flora die ons enorm boeit.
Bij
de vuurtoren wordt natuurlijk druk over zee getuurd en al
snel komen de eerste Jan van Genten voorbij, weliswaar op
behoorlijke afstand, maar goed herkenbaar. Als we daar een
tijdje rondgekeken hebben, rijden we nog een stukje de doodlopende
weg af langs de kust. En dat levert onder meer een schitterende
Zwarte Tapuit en Rode Patrijs op.
Daarna
gaan we langs de westkant van de zoutpannen een stuk rijden,
bezoeken twee observatiepunten en lopen ook een stuk tussen
die punten, waarbij Kees omrijdt om ons bij het tweede punt
weer op te pikken. We zien onder andere een mooie Krombekstrandloper
en een Zilverplevier. Leuk is ook de ontmoeting op het pad
met twee oliekevers, hele grote zwarte insecten met een rood
plekje op hun kop.
En
natuurlijk hebben we die dag nog veel meer leuke soorten gezien
zoals Grote Sterns boven zee en een groepje Kleine Kortteenleeuweriken.
Maar de tijd vliegt om en het wordt zoetjesaan tijd Casa Rural-waarts
te gaan. Maar eerst rijden we nog een weg af naar de kust
richting Torre Garcia, een eenzame wachttoren die daar het
landschap domineert. Tom slaagt erin daar enkele mooie foto's
te maken van een Zuidelijke Klapekster. Ook een Hop wordt
nog gezien.
Dan
gaat het en route naar Tabernas, waar we om 18.45 uur terug
zijn. Lekker onder de douche, wat binnenfoto's maken en om
20.30 uur zitten we weer aan het diner. Bij het lijsten blijkt
dat we 55 soorten hebben gezien.
Dinsdag
14 april
We
beginnen al aardige ervaring te krijgen met alle handelingen
die voor het ontbijt verricht moeten worden. Om 9.00 uur vertrekken
we weer met lunchpakketten onder een strakblauwe lucht. Heerlijk
weer dus, al waait het wel flink. Vandaag gaan we naar de
Sierra de Alhamilla, even ten zuiden van Tabernas. We pikken
even ten oosten een verharde weg naar Turrillas, waarna een
semi-verharde weg ons verder westwaarts de bergen in voert.
Onderweg maken we diverse stops, waarna wij een eind gaan
wandelen en Kees ons later met de bus weer oppikt. Het eindpunt
is uiteindelijk een radar station. Onderweg genieten we, behalve
van de vogels, ook van de mooie vergezichten, onder andere
op Tabernas. Behalve de Provençaalse Grasmussen en Kleine
Zwartkoppen, die we meer horen dan zien, turven we onder meer
Hop, een zingende Nachtegaal en Zwarte en Blonde Tapuit. Maar
hoogtepunt van de dag zijn onderweg toch wel de Kruisbekken
die we op meerdere plaatsen zien en horen. Eén keer zat een
halfvolwassen jonge vogel zo dichtbij dat die zich uitstekend
liet fotograferen. Later zagen we ook ouders die hun jongen
voerden.
Op
een gegeven moment toen wij verder wandelden en Kees terugkeerde
om het busje op te halen, piepte hij ons opeens op, want hij
stond oog in oog met een grote Trapslang, een beest dat weliswaar
algemeen is, maar je bijna nooit ziet. Wij liepen dus ook
zo snel mogelijk terug en konden de slang nog net zien en
fotograferen voordat hij rustig in de bush naast de weg verdween.
Via
Turrillas en Huerbo gaat het dan naar Nijar waar we op het
dorpsplein koffie drinken. Via de grote weg rijden we terug
naar Tabernas om de ruïnes van het oude kasteel te bezoeken.
Het is een vrij steil maar goed geplaveid pad naar boven.
Daar we hebben we ook mooi uitzicht op Tabernas zelf en na
enig zoeken ontdekken we zelfs ons Casa Rural. Er vliegen
Roodstuitzwaluwen en Bijeneters rond. Ook komen er twee Alpenkraaien
langs.
We
zijn al om 18.00 uur terug en gaan, na ons even opgefrist
te hebben met Kees, Adrie en Jan op een terrasje er
vlakbij wat drinken. We verbazen ons weer over de lage prijzen:
drie wijn en twee bier voor acht euro! Daarna lopen we nog
even rond in het stadje.
Bij
het lijsten blijkt dat we vandaag 33 soorten hebben gezien.
Woensdag
15 april
Na
het ontbijt gaan we vandaag eerst de plasjes bij Las Norias
bezoeken, een eindje ten westen van Roquetas de Mar. We draaien
een weggetje op aan de oostkant van de hoofdplas. Maar aan
de andere kant van de weg is ook nog een stukje nat gebied,
helaas slecht te zien met fel tegenlicht. Maar op een eilandje
zitten een heel aantal Vorkstaartplevieren en enkele Steltkluten.
Ook zwemmen er een heleboel Krooneenden en wordt er een Purperkoet
gespot. Dan gaan we aan de andere kant van de weg kijken en
zien daar één van de ‘spécialités' van deze vogelreis: Witkopeenden!
Ze zijn enorm bewegelijk, zitten soms achter elkaar aan, maar
laten zich toch goed zien en ook fotograferen. Ook daar laat
een Purperkoet zich prachtig bewonderen en zien we nog diverse
andere eendensoorten. Als we vervolgens een stukje langs de
oever van de plas lopen, stuiten we op een broedkolonie van
Koereigers en zien op de plas onder meer enkele Geoorde Futen
zwemmen. Ook zitten er enkele Dunbekmeeuwen, maar die zullen
we later nog beter zien. Intussen gaat het wel steeds meer
betrekken en waait het stevig door. Het ergste wordt al gevreesd
voor de rest van het dagprogramma…
Maar
eerst gaan we koffie drinken in een bar in het even verderop
gelegen La Mojonera, waar we op het dorpsplein en passant
nog even een Europese Kanarie spotten. Via wat omzwervingen
door de eindeloze hotel-kolossen en appartementen van Roquetas
de Mar bereiken we de toegang van de Salinas de Sabinar. Over
een onverharde weg met zo en nu en dan wat kijkstops hobbelen
we de Salinas een heel eind in. Kleine Zilverreiger, Flamingo,
diverse ruitersoorten, een Zilverplevier en Dunbekmeeuwen
en Adouin's Meeuwen geven onder meer acte de présence. Op
het eind lopen we nog stukje naar de zee door een soort duinlandschap.
Vervolgens
rijden we weer terug naar de verharde weg en willen dan een
weg aflopen door het gebied naar de vuurtoren op Punta Sabinar.
Maar wat we al zagen aankomen, gebeurt nu: de eerste regendruppels
vallen en we besluiten eerst maar een kop koffie even verderop
te drinken in Almerimar aan de haven. Daar nemen we nog een
Zwartkopmeeuw waar. Dan weer terug naar het vuurtorenpad.
Echt droog is het nog steeds niet, maar we wagen het er maar
op. Aan het begin van het pad laat een Algerijnse Zandloper
zich prachtig fotograferen. We lopen langs de lagunes waar
we nog een Kleine zilverreiger, Kluut, Steltkluut en Dunbekmeeuw
zien. Ook de blonde Tapuit is weer present. Mooi is ook de
in hoofdzaak gele (van allerlei soorten verschillende planten)
flora langs de weg. Weer terug bij het busje begint het echt
hard te regenen, maar dan zitten we droog. Op de terugweg
rijden we nog even langs de plasjes bij Las Norias, maar vanuit
het busje levert dat niets nieuws meer op. Rond 19.00 uur
zijn we weer terug in Tabernas. Daar is het flink wat warmer
en is de zon inmiddels ook weer doorgebroken. Bij het lijsten
blijkt dat we vandaag maar liefst 61 soorten hebben gezien,
vooral veroorzaakt door alle eendensoorten bij Las Norias
en de diverse soorten steltlopers en meeuwen bij de Salinas.
Donderdag
16 april
Na
het inmiddels traditionele ontbijt rijden we eerst naar het
benzinestation dat langs de autosnelweg ligt bij de afslag
naar Tabernas. De woestijn laat zich daar goed bekijken. Kees,
Jan en Auke maken een korte wandeling door het gebied,
wij kijken met Adrie rond bij het busje. De mannen piepen
ons op dat ze steenbokken hebben gezien, maar wij krijgen
ze niet in de kijker. Dan rijden we langs Mini Hollywood een
weggetje omhoog de bergen in en zetten het busje neer bij
een verlaten stenen hut die daar staat. Er vliegt een Roodstuitzwaluw
naar binnen en als we in de hut een kijkje nemen, zien wij
daar aan het plafond het bijna voltooide nest van de zwaluw
zitten. We lopen de geasfalteerde weg vervolgens nog een stukje
naar boven en zien onder andere Zwarte en Blonde Tapuiten.
Torenvalk, Hop en Rode Patrijs zijn andere leuke soorten.
Vlakbij
een ander Wild West dorp maken we een lange wandeling over
een goed begaanbare onverharde weg door een droge rivierbedding.
We horen en zien onder meer een Kuifkoekoek en er vliegen
ook Rotszwaluwen rond. Maar ook soorten die we al eerder waarnamen,
zoals Provençaalse Grasmus, Gekraagde Roodstaart en Grijze
Gors. Tom fotografeert nog een Zwarte Tapuit.
Na
afloop gaan we eerst koffiedrinken bij café La Plaza op het
dorpsplein ( hoe kan het anders met die naam!) in Tabernas.
Dan gedragen we ons even als toeristen en bezoeken, alleen
vanaf de ingangen, twee van de Wild West dorpen die daar gebouwd
zijn voor de Westerns uit de vorige eeuw. Dat was wel even
leuk om te zien.
Via
Tabernas rijden we vervolgens naar het noorden, richting Castro
en Velefique. Onderweg stoppen we nog even voor een korte
wandeling. Op de telefoondraad zitten Turkse Tortels, een
Roodkopklauwier en een Grauwe Gors. Er loopt een hondje op
de weg dat al snel op ons afkomt en gulzig van het brood begint
te eten dat Kees hem toewerpt. Kennelijk krijgt hij te weinig
te eten. In Castro kijken we eigenlijk nauwelijks rond, maar
zien en horen wel degelijk bijeneters vliegen!
Daarna
rijden we naar Velefique, parkeren de bus aan het begin van
het dorp en lopen het stadje in. Het is schilderachtig gelegen
tegen een heuvel aan. We gaan koffie drinken in wat kennelijk
de enige bar is in het dorp en meteen annex dorpswinkel. Een
tafeltje moeten we maar zelf organiseren, erboven hangen de
hammen te drogen en het terras (ooit bedoeld als zitje?) wordt
voor alles wat je maar kan bedenken gebruikt als opslagplaats.
We wandelen nog even verder, zien op de rotshellingen nog
een Blauwe Rotslijster, maar opeens horen we allemaal het
tjuu..tjuu.. van een Dwergooruil, onmiskenbaar! Dat was een
onverwachte ontmoeting.
Op
de terugweg maken we nog een fotostop bij de Cortija Los Platones,
maar dat ziet er nu wel erg verlaten uit. Om 18.00 uur zijn
we weer terug in Tabernas. We gaan maar vast wat inpakken
want morgen gaan we verkassen naar de Sierra Nevada. Bij het
lijsten blijkt de teller te steken op 40 soorten.
Vrijdag
17 april
Om
9.00 uur rijden we, bepakt en gezakt, weg na een hartelijk
afscheid van de eigenaars, nog niet bewust van het feit dat
we de eigenares later op de dag nog terug zouden zien. Al
heel snel buiten Tabernas zien we een Scharrelaar op een draad
zitten, het zou de enige ontmoeting met deze soort op de reis
zijn. We gaan eerst naar het bezoekerscentrum van Cabo de
Gata, waar we om 9.45 uur aankomen voor een nog gesloten poort.
Maar gelukkig komt de beheerder al heel snel aanzetten en
kunnen we naar binnen. We bezoeken de tentoonstelling en kopen
wat souvenirtjes. Dan rijden we naar de noordkant van de kaap
naar Los Escullos waar we de bus neer zetten vlakbij het Castillo
San Felipe. We maken een schitterende wandeling met uitzicht
op zee. Hoewel het aantal vogels dat we zien beperkt is, levert
het toch een nieuwe soort op: Woestijnvinken. Ze zitten even
voor ons uit gewoon op het pad. En later zullen we ze ook
nog zien langs de weg in het met rotsen bezaaide terrein.
Op het eind eten we heerlijk in het zonnetje een deel van
onze lunchpakketten op.
Als
we weer terug zijn, gaan we koffie drinken op het terras van
Hostal Casa Emilio dat vlak bij het kasteel ligt. Er vlakbij
staat een opvallend ijzeren beeld van een zeerover met een
houten been en een papegaai op zijn schouder. Auke komt tot
de ontdekking dat hij de sleutel van zijn kamer heeft vergeten
in te leveren, dus we moeten toch weer even terug naar Tabernas.
Maar eerst rijden we nog naar Los Baños de Alhamilla, een
plaatsje rond een merkwaardige warmwaterbron die al in de
Romeinse tijd gebruikt werd als kuuroord. Voor het hotel zitten
de katten te wachten tot hun iets toegeworpen wordt en, de
excentriciteit ten top, lopen er bij de oude baden ook nog
drie Struisvogels in een farm rond. We besluiten die toch
maar niet 's avonds als bijschrijfsoort te noteren…
In
Tabernas ontmoeten we de eigenares van ons Casa op het dorpsplein
om de sleutel alsnog in te leveren en dan zetten we toch echt
koers naar onze volgende overnachtingsbestemming, Hostal Almirez
in Laujar de Andarax, waar we hebben afgesproken rond 17.30
uur aan te komen. Maar het zou anders lopen…
Dat
begon al op weg naar Gador, waar de weg was afgesloten, zodat
we moesten omrijden. Maar verderop was de (enige hoofd)weg
echt helemaal afgesloten wegens werkzaamheden. We konden kiezen:
of een half uur wachten totdat hij weer open ging of omrijden
over een smalle onverharde bergweg. We kozen voor het laatste,
ingegeven door een Spaanse dame die ons voorging en zei dat
het best wel kon. We hobbelden dus braaf achter haar aan en
wachten even rustig achter haar als ze stopte om bloemen en
mooie pluimen te plukken om er kennelijk een boeket van te
maken, we konden haar immers toch niet passeren… Maar door
het vogelen raakten we toch wat achterop (een busje gaat ook
niet zo hard als een personenauto) en helemaal toen Kees opeens
een Havikarend zag vliegen die even later in een rotswand
op korte afstand van de weg verdween. Wij allemaal kijken
en ja hoor, hij was daar op zijn nest geland met twee kleine
jongen die hij begon te voeren! Dat was wel een unieke ervaring,
zelfs voor Kees die toch wel wat gewend was op vogelgebied
in Spanje. Vanzelfsprekend werd de vogel uitgebreid door telescopen
en kijkers bekeken en zelfs gefotografeerd van diverse punten
van de weg. Even later vloog de oude vogel weg van het nest
en ging een tijd lang op een rotspuntje zitten. Hij leek zich
weinig aan te trekken van het opgewonden gedoe van die rare
vogelaars…
Toen
we uitgekeken waren, was het al lang over de afgesproken aankomsttijd
en het liep nog verder uit, want een schitterend op een steen
vlak langs de weg gezeten Rode Rotslijster rijd je immers
ook niet zo maar voorbij…Maar uiteindelijk komen we tegen
19.00 uur toch aan bij ons Hostal. Het blijkt heel mooi even
buiten de plaats zelf te liggen. De kamers zijn ruim en hebben
zelfs een terras met een zitje. We blijken de enige gasten
en zitten dan ook later moederziel alleen in de grote dinerzaal
de avondmaaltijd te gebruiken. Het is een meerkeuze menu van
drie gangen, ieder kiest wat hij /zij lekker vindt en we laten
het na die barre en opwindende tocht ons ook goed smaken.
We kunnen vandaag 34 soorten op de lijst noteren.
Zaterdag
18 april
Hoewel
we klokslag 8.00 uur aan de ontbijttafel (in een aparte zaal)
zitten, is die op dat tijdstip nog geheel leeg. Maar al snel
wordt hij rijkelijk gevuld met alle ingrediënten van een ontbijt
dat we zo langzamerhand al aardig kennen hier in Spanje.
Om
9.00 uur rijden we zonder Adrie weg, want die wil graag vanmorgen
naar de kapper. We gaan eerste een fraaie wandeling maken
langs een bergbeek waarbij we starten op een parkeerplaats
vlakbij een enorme BBQ-plek, annex uitspanning. Wat zal het
hier in een weekend in het hoogseizoen geweldig druk moeten
zijn, maar nu was er niemand. Het is aardig fris, we
lopen aanvankelijk in de schaduw en bevinden ons toch ook
nog eens op ruim 1 000 meter hoogte. Het open gemengde bos
waar we doorheen wandelen is goed voor heel wat zangvogeltjes.
De meeste soorten kennen we ook uit Nederland wel en de meeste
laten zich meer horen dan zien. Maar met Zwarte Mees, Kuifmees
en Kruisbek hadden we toch leuke ontmoetingen. Langs de bergbeek
wordt bij een bruggetje ook nog een Grote Gele Kwikstaart
door iedereen waargenomen. In een boom wijst Kees op het nest
van een eekhoorn.
Om
12.00 uur zijn we weer terug bij het hotel, gaan in het zonnetje
op het terras heerlijk koffie drinken en ons lunchpakket nuttigen.
Rond het hotel zien we regelmatig Groenlingen en een Koolmees
neemt een bad in een klein beekje langs de oprijlaan. Een
Spaanse Muurhagedis zit op een muurtje bij het hotel (hoe
kan het anders als je zo'n naam hebt!) en die laat zich gewillig
fotograferen door Tom. Om 13.30 uur gaan we eerst naar het
bezoekerscentrum een paar honderd meter verderop. De tentoonstelling
is niet erg indrukwekkend en de vogels komen er maar bekaaid
af: twee foto's. Op de ene zou volgens het onderschrift een
Kuifleeuwerik moeten staan, maar het is een Thekla Leeuwerik
en op de andere prijkt een opgezette en geringde Alpenheggenmus.
Daarna pikken we Adrie bij het hotel op en gaan richting Puerto
de la Ragua, een pas op 2 000 meter hoogte. Onderweg hebben
we nog een korte stop, maar dat levert geen echt bijzondere
soorten op. Wel verbazen we ons over het enorme afval wat
maar in de berm gedumpt wordt in het struikgewas, tot hele
koelkasten toe. Boven op de pas ligt hier en daar nog sneeuw
en die moet natuurlijk even worden gefotografeerd. Er wordt
koffie gedronken en de mannen maken nog een wandeling langs
de sneeuwvelden. Een Roodborsttapuit en een Grijze Gors zitten
op de struikjes.
We
zijn tegen 18.00 uur weer terug bij het hotel en lopen even
naar de fraaie plaquette aan het begin van het dorp om die
te fotograferen. We strijken neer op het terras van de kamer
en halen een glas witte wijn bij de bar. Ook nu kunnen we
voor het drie gangen menu weer kiezen uit een groot aantal
gerechten per gang. Bij het lijsten worden na afloop 45 soorten
geturfd.
Daarna
gaan we nog naar het zitje bij de receptie. Hoewel het niet
echt lekker zit, kunnen we er wel roken. Kees en Tom nemen
nog een cognacje, althans dat dachten we, maar Kees komt met
twee geweldig grote bellen cognac terug. Zo schenken ze die
daar kennelijk. Nog verbazingwekkender is het bedrag dat Tom
moet neerleggen bij het afrekenen: € 1,50 per glas,
voor zo'n bel!
Zondag
19 april
Het
heeft die nacht behoorlijk geregend, maar het is nu droog
en de lucht begint al een beetje open te breken. Het afrekenen
kost de nodige tijd, maar om 9.45 uur rijden we dan toch eindelijk
weg. Bij Fondon gaan we eindje het onverharde weggetje op
waarlangs wij de eerste avond ook aankwamen. Daar maken we
een leuke mooie wandeling door open terrein en olijfboomgaarden.
In een rotskloof waar een bruggetje overheen gaat, vliegen
wat Rotszwaluwen langs. De Blonde Tapuit laat zich vlakbij
zien, maar nieuw zijn de twee Duinpiepers die op een stenig
terreintje langs het pad zitten. In de boomgaard horen we
nog een Steenuiltje roepen, maar krijgen die helaas niet te
zien. Waar we omdraaien om terug te lopen zit nog een Blauwe
Rotslijster.
Dan
zit het erop en gaan we richting Malaga en het vliegveld.
De route gaat over Berja naar de kustweg en dan via Motril,
net zoals we gekomen zijn. Onderweg hebben we nog een stop
om koffie te drinken. Heel leuk is dat in een boom vlakbij
de koffiebar een heel groot aantal Huismussen boomnesten hebben
gebouwd. Het zijn slordige bouwsels, lang niet zo mooi afgewerkt
als we die van wevervogels uit Afrika kennen. De mussen vliegen
af en aan en Tom gaat de nesten uitgebreid fotograferen ter
aanvulling van zijn PowerPoint presentatie over de achteruitgang
van de Huismus. Rond 15.00 uur komen we op het vliegveld aan.
De bagage wordt uitgeladen en we nemen afscheid van Kees en
Auke en Adrie die een taxi nemen naar het treinstation. Kees
om weer terug naar Huesca te reizen en Auke en Adrie gaan
er nog een weekje stedentrip aan vast knopen. Wij blijven
met Jan achter, maar als we onze koffers oppakken om naar
de vertrekhal te lopen, blijken we opeens een koffer te veel
te hebben. Het is die van Kees! Gelukkig is het busje met
Kees nog niet uit zicht, want het staat vast in een verkeersopstopping
bij het in- en uitladen. Zo kan Kees gelukkig net op tijd
zijn koffer nog pakken. Dan begint het lange wachten, want
het vliegtuig vertrekt pas om 19.15 uur. Maar we kunnen ons
onder meer vermaken met een stel Huismussen die in de vertrekhal
rondvliegen en ook die zet Tom maar, niets anders om handen
hebbende, op de foto. Het vliegtuig heeft een half uur vertraging
en in gedachten zien we ons al de laatste treinen en trams
missen…Dat blijkt bewaarheid te worden op Schiphol. We kunnen
onze vooraf gekochte treinkaartjes wel vergeten en nemen maar
een (peperdure) taxi terug naar huis, waar we rond 1.00 uur
's nachts aankomen.
Daarmee
kwam deze vogelreis naar een voor naar Spanje gaande vogelaars
relatief onbekend gebied ten einde. Maar het was weer zeer
de moeite waard. Vooral de mix van de zoetwaterplassen, de
zoutpannen, de zeekust, de woestijngebieden rond Tabernas,
het middengebergte en het hooggebergte in de Sierra Nevada
maakten dat het een tocht vol afwisseling was. Onder de bezielende
leiding van Kees zijn er door onze groep als geheel 129 vogelsoorten
gezien, hoewel een aantal maar door een enkel persoon. Wij
hebben er ook een paar, in hoofdzaak overbekende, soorten
gemist, maar dat mag de pret niet drukken.
Tom
Loorij
|