REISVERSLAGEN
Reisverslag
Vogelreis Castilië & Picos de Europa
Zaterdag
03 t/m zaterdag 10 juni 2006
Door:
Carla van Moorsel en Arie Tamis
Dag
1. Na aankomst
op vliegveld Madrid gaan we met het busje naar onze eerste
bestemming, ruim 100 km ten noorden van Madrid. Het gezelschap
bestaat uit Ben, Arie, Auke, Adrie, Koos, Carla en gids
Kees. Later in het hotel komen daar nog Paul en zijn vrouw
Hans bij die met eigen vervoer zijn. Enkele deelnemers kennen
elkaar en iedereen was al een of meerdere keren met Kees
op stap geweest. Al gauw komt in ons gemêleerde enthousiaste
gezelschap een goede sfeer en verstandhouding tot
stand.
Ten
noorden van Madrid wordt de natuur en het landschap steeds
mooier en enkele stops, o.a. in de Sierra de Guadarrama
geven ons een voorproefje. Het is prachtig weer, ongeveer
25 ºC, een verademing na die koude weken thuis! We maken
een laatste stop vlak boven het dorp Sepúlveda, een prachtig
12 e eeuws dorpje, waar we twee nachten blijven. We zien
hier de eerste Vale Gieren, horen de Wielewaal en verschillende
Bergfluiters. Ons hotel ligt aan de rand van het dorp, waar
je al rondwandelend van alles tegen kunt komen zoals de
Europese Kanarie, Orpheusspotvogel, Grote Gele Kwikstaart
en in de verte rondcirkelende Vale Gieren. 's Avonds soortenlijst
opgemaakt. Die dag zagen we o.a. Koereigers, Ooievaars,
Zwarte Wouwen, Teklaleeuweriken en natuurlijk de Zwarte
Spreeuw.
Dag
2. Voor het ontbijt
een kleine wandeling met als nieuwe soort een Kortteenleeuwerik
en zingende Roodkopklauwier. Dan gaan we een rondje Hoces
del Duraton doen, een diep uitgesleten kloof met de grootste
kolonie Vale Gieren. Vanuit de auto prachtige uitzichten,
maar iets verderop gaan we een wandeling van een paar uur
maken. Wel zo fijn na zo'n reisdag! Je komt dan uiteindelijk
bij een kerkje uit waar enkele kinderen in mooie witte jurkjes
waarschijnlijk eerste communie deden (1 e Pinksterdag).
Veel volk op de been.
De
Vale Gieren met jongen waren met de telescoop goed waar
te nemen op hun nest. Ook de Aasgier liet zich mooi zien.
Verder veel Blauwe Rotslijsters, Roodkopklauwieren, Tapuiten,
Blonde Tapuiten en Duinpieper. Een volgende stop is bij
een bos, lekker in de schaduw lopen want het is intussen
flink warm geworden. De Wielewaal liet zich niet alleen
goed horen maar was (even) ook mooi te zien. Nadat we het
rondje om de kloof hebben gereden komen we terug in Sepúlveda
waar we een terrasje uitzoeken om een fris pilsje (of zoiets)
te drinken. Een heel gezellig dorp met nog een oude Romaanse
poort uit de 12 e eeuw.
Deze
dag levert verder nog de volgende soorten op: Rode Wouw
en Dwergarend. Carla ontdekt de Rode Patrijs die anderen
pas dagen later zullen zien. Verder Rotsduif, Bijeneter,
Hop, Kalanderleeuwerik, Rotszwaluw, Cetti's Zanger, Zuidelijke
Klapekster, Alpenkauw, Raaf en Grauwe Gors.
Dag
3. Hoewel Ben en Arie voor het ontbijt al even gaan
verkennen en vogelen, lopen Koos en Carla al rond. Carla
werd gewekt door de Wielewaal en enkele Bijeneters, zei
ze. Naast het hotel houdt een bedelende jonge Rotsmus ons
bezig. Dan neemt Kees ons mee een kloof in. Nu overal bedelende
Rotsmussen. De Staartmezen die we zien zijn duidelijk donkerder
van kleur dan de onze. Aan de andere kant van het riviertje
loopt een Ree. Hier zien we ook onze eerste Grijze Gors.
Verder horen en zien we natuurlijk veel andere zangvogels.
Na
het ontbijt inpakken voor een lange tocht over de hoogvlakte
van Castilië naar de vallei Espinama nabij de Picos de Europa.
Een eerste Kleine Torenvalk. Veel oude dorpjes met kleine
Basilica.
Onderweg
zien we een doos wijn in de auto. Blijkt dat de hoteleigenaar
voor iedereen een fles heeft meegegeven…….. toch leuk die
familiehotelletjes! Bij een tankstation zien we een prachtige
Kleine Torenvalk in het zonlicht showen. Wanneer we de bergen
naderen rijden we door een irrigatiegebied waar we waarachtig
een Meerkoet zien. In de bergen maken we een wandeling en
genieten van de prachtige vergezichten. Met enkelen lopen
we omhoog naar het hoogste punt. Dan staat ineens Paul,
een van de oudste deelnemers boven ons. Voor ons “jongeren”
was dit natuurlijk even pijnlijk.
Onder
in de vallei ligt een dood veulen maar blijkbaar nog niet
lang want er zijn geen Gieren te zien. Na nog ergens een
wandeling te hebben gemaakt (Waterpieper gezien), hebben
we nog 1 uur tegoed met flink klimmen en dalen en dus veel
bochtenwerk. Maar uiteindelijk komen we om 19.00 uur, voor
drie nachten, aan in “ons” dorp Espináma, een leuk bergdorpje
op ongeveer 900 m hoogte. Moe na zo'n lange tocht is het
genieten van het lekkere eten met nog een wandeling door
het dorp na.
Vanuit
de hotelkamer is het riviertje dat door het dorpje stroomt,
duidelijk te horen en vanaf het balkon kijk je op
een smal bruggetje en een bredere doorwading. Op de mooie
daken kijkend, blijken zelfs enkele schoorstenen architectonische
bezienswaardigheden te zijn.
Dag
4. Vanochtend gaan
we met de kabelbaan vanuit Fuente Dé, 5 km verder, naar
boven (-± 1900 m), om daar de hele dag te verblijven. Het
weer is uitzonderlijk warm, waardoor we dus veel te veel
kleren mee hebben. Hierboven zijn de uitzichten overweldigend.
Er zijn goede wandelpaden, maar je kunt er ook leuk klauteren.
Kees, Ben, Arie en Carla klimmen nog iets verder naar boven
tot 1964 meter. Het voelt een beetje aan als de top van
de wereld… Na de bergweiden tot in de boomgrens is het hooggebergte
met de alpenweiden en bergmeertjes letterlijk en figuurlijk
een hoogtepunt. Carla, Auke en Arie lopen nog even in de
sneeuw. De sneeuwbal voor Ben bestemd, wordt slechts gefotografeerd.
Naast
Aasgier en Vale Gier zien we weer Waterpiepers. Als nieuwe
soort ontdekken we de Alpenheggemus en wijst Carla een Rotskruiper
aan die nu eens niet langs de rotswand vlindert maar tussen
het liggend gesteente foerageert en daarna wegvliegt. Geweldig,
wat een mooie vogel! De Alpenkauwen met hun mooie geluiden
eten nagenoeg uit onze hand. Een aantal van ons zien voor
het eerst Sneeuwvinken en in een rotsspleet ontdekken we
zelfs het nest. Kees neemt ons nog al strompelend mee naar
drie bergmeertjes waarvan één vol leven. We zien o.a. de
Alpenwatersalamander, de Vroedmeesterpad en duizenden dikkopjes.
Na
een drankje op het terras bij de kabelbaan aan een steile
afgrond zijn we ongeveer 17.00 uur terug. We zijn bekaf.
Arie gaat gretig in op een voorstel van Ben om onze vochtbalans
te herstellen.
Dag
5. Na de zware
bergdag, nu een rustige wandeling in de Liebana vallei bij
ons dorp. Het is warm en er zijn veel vlinders. Kees die
even in de schaduw wil zitten ontvouwt in stilte een theorie.
Wanneer je kinderen een vlindernetje geeft, treedt het jachtinstinct
in werking. En zo geschiedde. Heel aandoenlijk, om beurten
Auke en Ben met grote sprongen en bezige gezichten in het
veld. En Adrie die niet ingrijpt in deze hitte. Dan met
een triomfantelijke blik, het netje in het midden samenvattend,
wordt de buit aan het baasje overhandigd en die geeft
dan al dat spul een naam, Maar dertig soorten vlinders is
natuurlijk wel leuk. O.a. de Konings- en Koninginnepage.
Helaas levert het snelstromende riviertje geen Waterspreeuw
op. Leuke vogelsoorten waren: Sperwer, Vale Gier, Grote
Gele Kwikstaart, Zwarte Roodstaart, Alpenkraai, Raaf en
Grijze Gors.
Kees
is een voortreffelijke gids maar soms taant zijn gezag,
Wanneer hij om 17 uur nog een wandeling wil maken, kiest
de groep voor een pilsje drinken. Tijdens het diner maakt
Paul bekend dat zij beiden om plausibele redenen niet verder
meegaan. Dat overigens tot hun eigen als ook ons ongenoegen.
Hoe vlug je toch een band hebt tijdens zo'n reisje! Die
avond leverde de batdetector niets op, het gezellige afscheid
van Hans en Paul wel: champagne.
Dag
6. Vandaag verlaten
we de bergen met hun kronkelwegen, hellingbossen waarin
beren leven, het uitzicht op bergpieken en de gele velden
stekelbrem. Een laatste wandeling in de buurt is er de oorzaak
van dat Ben zijn kijker vergeet bij het fotograferen van
een Orchidee. Wij ergens wachten. Bij terugkomst (met kijker)
geeft hij een van de deelnemers een hand ten teken van quitte
staan. Kees laat niets merken, maar je zou ze toch….!
Onderweg
uitzicht op de pas Puerto San Glorio (1620 m). Een schitterende
Slangenarend en in de velden bij de pas horen we
een Kwartel en scheert een Aasgier langs ons. Na een drankje
of ijsje zetten we deze wat Westelijker gelegen terugtocht
voort naar een totaal ander landschap: de graansteppen.
Weer veel uitzicht maar wel even wennen.
Zien
we in de ochtend nog Boomklever, Alpenkauw, Alpenkraai en
Raaf, hier gaat het plotseling om eenden en steltlopers,
heel veel Ooievaars, Grauwe en Bruine Kiekendieven en veel
Kleine Torenvalken. Eind van de middag komen we voor twee
nachten aan in Villafáfila, 37 ºC. Een korte wandeling op
een stoffige landweg het veld in, is om te wennen.
Dag
7. Deze dag staat
in het teken van het afspeuren van de gele lichtglooiende
velden op zoek naar steppen- en watervogels. Om zeven uur
op stap. Koren, braakliggend terrein en geploegd land, wisselen
elkaar af. Veel lemen duiventillen in verval, vroeger bedoeld
voor vleesconsumptie. Als ruïnes half ingestort, lijken
het wel ronde urnengalerijen. Hierin treffen we Steenuiltjes,
Rotsmussen en Kleine Torenvalken aan. Bij een kijkhut dichtbij
een zoutwaterplas zien we Lachsterns. Na het ontbijt gaan
we er echt opuit. Even eerder bij een marktstalletje waar
Kees een kist kersen voor onderweg inslaat, zegt een ratelende
Spanjaard tegen Kees dat hij midden op de dag Grote Trappen
in de schaduw kan vinden. Waarop Kees aan ons vraagt of
wij die schaduw ook ergens kunnen ontdekken. Niets aan de
hand, we zien ze gewoon lopen en vliegen in de zon. Dat
kan onze zegsman tijdens zijn siësta natuurlijk nooit
zien. Totaal 63 stuks, geweldig.
Onze
uitgebreide zoektocht langs wegen, velden, ruïnes, vogelkijkhutten
vooral bij de meertjes en het bezoekerscentrum, leveren
soorten op als: Dodaars, Kroeskoppelikaan, Koereigers en
heel veel Ooievaars. Maar ook Bergeend, Wilde Eend, Krakeend,
Slobeend, Wintertaling, Tafeleend en Kuifeend. De steltlopers
worden vertegenwoordigd door Kluut, Steltkluut, Kleine Plevier,
Kievit, Oeverloper, Tureluur, Grutto en Wulp. Van de roofvogels
zien we Zwarte Wouw, Grauwe Kiekendief, Aasgier, Bruine
Kiekendief, Buizerd en Dwergarend Ook zien we Kokmeeuw,
Hop en heel goed enkele Rode Patrijzen. Tijdens “onze” siësta
in het hotel trakteert Ben ons op een wijntje omdat hij
morgen jarig is. Om vijf uur weer verder. Ook nu weer Grote
Trappen, Grauwe Kiekendieven en een Rode Patrijs. Al rondrijdend
zitten we plotseling weer in de heuvels bij de rivier de
Esla en luisteren naar bosvogels zoals de Nachtegaal. Aan
de oever Bijeneters en voor het eerst horen en zien we de
Cirlgors.
Deze
enerverende dag sluiten we af met een gezellig diner en
gaan niet al te laat naar bed.
Dag
8. We ontbijten
om 6.30 uur, pakken in en gaan nog even naar de kijkhut
en zien weer van alles. Natuurlijk een Steenuil en op de
valreep een Lepelaar. Deze reis komen we totaal op 127 soorten
vogels, helaas exclusief de Griel. Dan naar de snelweg richting
Madrid. Afscheid. Adrie en Auke blijven nog een paar dagen
in de stad. En heus we kunnen met gemak nog een pagina besteden
aan deze geweldige reis, de sfeer en onze uitstekende gids.
Maar het is goed zo.
Reisverslag
Castilië & Picos de Europa