Spanje Reisbestemmingen - Ebro Delta & Pyreneeën
p

EBRO DELTA, MONEGROS & PYRENEEËN

Reisdata:

nnb

Duur:

10 dagen

Prijs:

€ nnb

     

o.l.v.

Kees Woutersen.

Aantal verwachte vogelsoorten:

160-190.

Toeslag 1 pers. kamer

€ 225

 

Het landschap in NO-Spanje is bijzonder gevarieerd. In de Ebro Delta broeden reigers in beschermde plassen en rietvelden terwijl ze voedselzoeken in de rijstvelden: kleine - en grote zilverreiger, koereiger, blauwe - en purperreiger, ralreiger, kwak en woudaap. Aan de kust zijn unieke kolonies van Audouins- en dunsnavelmeeuw. We vinden er krooneend, flamingo, purperkoet, steltlopers en zes soorten sterns. In de verlaten steppen van Los Monegros broeden kleine trap, griel, blonde tapuit, wit- en zwartbuikzandhoen, brilgrasmus en veel leeuwerikken. In de Pyreneeën vinden we hoge toppen, kale rotsformaties, diepe kloven, rivieren en bossen. We gaan op zoek naar gierenkolonies, roofvogels (lammergier!) en Z-Europese vogels, als hop, bijeneter en rode rotslijster.

Reisprogramma:

Dag 1. Aankomst, ophalen in Barcelona

Vervoer naar de Ebro Delta, voor 2 overnachtingen.

 

Dag 2. Ebro Delta

We bezoeken de interessantste plekken op zoek naar reigers, vorkstaartplevier, steltlopers, lachstern, dunsnavel- en audouinsmeeuw en trekvogels.

 

Dag 3. Ebro Delta en Monegros

Korte excursie in de Delta, dan naar Los Monegros, met veel stops om de leukste vogels

(havikarend?) en het gevarieerde landschap te zien. Overnachting Monegros.

 

Dag 4. Los Monegros

We gaan door dit indrukwekkende steppegebied. Zandhoenders, kleine trap, blonde tapuit, steenuil, kuifkoekoek, en kleine torenvalk worden gezocht. Drie overnachtingen boven Huesca.

 

Dag 5. Voorgebergte Pyreneeën

We bezoeken de zuidkant van de Pyreneeën. Op de spectaculaire honderden meters hoge rotsformaties broeden drie soorten gieren, grasmussen, alpengierzwaluw enz. De top van Roldán kijkt uit over de hele omgeving.

 

Dag 6. Riglos en Somontano

Naar Riglos, met honderden meter hoge en kilometers lange Karst-wanden en Mediterrane struiken. In de middag naar Loarre, het best bewaarde Romaanse kasteel van Spanje.

 

Dag 7. Pyreneeën

Via een klein weggetje naar het hooggelegen bos van San Juan de la Peña dat al 80 jaar beschermd is. Vale gieren op het nest, bosvogels, lammergier. Dan richting Sarvisé, bij Ordesa.

 

Dag 8. Hooggebergte Pyreneeën

We wandelen in de vallei van Bujaruelo (steenarend, grijze gors, waterspreeuw, ortolaan) tot in de alpenweiden. Dit is een van de mooiste plekken in de Pyreneeën. Hier leven citroenvink, alpenkauw, gems, alpenmarmot en Pyrenese beeksalamander.

 

Dag 9. Centrale Pyreneeën

De kloof van Añisclo is smal en diep. We   wandelen, bekijken hoge Pyrenese dorpen en een grot. Spectaculair! Hier broeden vogels als draaihals, goudvink en bergfluiter.

 

Dag 10. Terugreis (retour naar Barcelona).


Praktische informatie vogelreis

Ebro Delta & Pyreneeën:

Aankomt/vertrek: vliegveld Barcelona, aankomst en vertrek in de middag (plm. 13.00 – 16.00 uur) tenzij anders afgesproken. Aanbevolen vliegmaatschappij: Transavia, Iberia, KLM.

Inclusief/exclusief: verblijf obv volpension (ontbijt, lunchpakket, avondeten), alle vervoer ter plaatse, alle excursies, Nederlandse reisleiding, alle entreegelden, informatiepakket over de te bezoeken gebieden . Exclusief: heen- en terugreis Spanje, evt. reisverzekering, fooien, souvenirs, eigen consumpties.

Vervoer in Spanje: 9-persoons busje.

Zwaarte: lichte wandelingen (max. enkele   kilometers), twee middelzware wandelingen in de Pyreneeën die u indien gewenst kunt bekorten.

 

Aantal deelnemers: tenminste 3 personen, maximaal 15 personen.

Accommodatie: f amiliehotel/pensions met douche/toilet op de kamer .

Klimaat: doorgaans aangename voorjaarsweer, 15 – 20 ºC., hoog in de Pyreneeën kouder.

Extra informatie : op aanvraag.

Opgaveformulier: klik hier.


Belangrijke Vogelgebieden (IBA´s) van deze reis:

Ebro Delta (Catalonië, 32.000 ha.): wetlands in de Middellandse zee

Habitat: Een grote rivierdelta die ver de Middellandse zee in steekt met lange stranden, duinen, zoutwater plassen, en zoetwater meren met veel riet. 65% van de oppervlakte bestaat uit rijstvelden.

Ornithologisch belang: Na Doñana is de Ebro Delta het belangrijkste wetland van Spanje en de lijst bedreigde soorten die hier voorkomen is te lang om op te noemen. Het meest imponerend zijn de reigerkolonies, de sterns en de meeuwen. Er broeden bijvoorbeeld 160 paar kwakken, 450 ralreigers (toenemend), 4.300 koereigers, 1.000 kleine zilverreigers en 500 purperreigers. Het aantal audouins meeuwen lag in 1996 op 11.300 paar en er waren 600 paar dunbekmeeuwen. Zes soorten sterns zijn aanwezig, met 1.500 paar witwangsterns   en 300 paar lachtsterns. Flamingo´s, kroonenden (bijna 2.000 paar), overwinterend waterwild en doortrekkende steltlopers completeren het beeld.

Bescherming: Slechts een klein deel van de Ebro Delta is beschermd en de invloed van rijstteelt met zijn giftige bestrijdingsmiddelen wint steeds meer terrein. SEO&/BirdLife heeft een speciaal beschermingsprogramma.

 

Los Monegros, Ballobar-Candasnos (Aragón, 26.000 ha.): steppen en graanvelden.

Habitat: Graanvelden met her en der forse oppervlakten originele steppevegetatie, die vooral liggen in meer heuvelachtige delen van het terrein.

Ornithologisch belang: Er zijn belangrijke populaties witbuik- en zwartbuikzandhoenders met respectievelijk 100 en bijna 1.000 paar, 5 paar oehoe´s en een snel groeiende populatie kleine torenvalken (72 paar in 1997). Lokaal zijn er grote dichtheden van steppenminnende zangvogels te vinden zoals kortteenleeuwerikken, kalanderleeuwerikken, brilgrasmussen, zuidelijke klapeksters en duinpiepers.

Bescherming: Een groot deel is in 2001 tot ZEPA verklaard

Sierra de Guara (Aragón, 95.000 ha.): diepe kloven, riviertjes en Mediterrane vegetatie

Habitat : Dit is de hoogste en meest verlaten bergketen van de zuidrand van de Pyreneeën (2.255 m.), nauwelijks doorsneden met wegen. Er zijn honderden meters hoge rode rotswanden, diepe canyons, autochtone bossen, mediterrane struiken, kleinschalige landbouw en veel verlaten dorpjes aan de noordkant.

Ornithologisch belang : Van uitzonderlijk belang voor gieren en andere roofvogels: rode wouw (30 p.), dwergarend, lammergier (7 p.), aasgier (min. 16 p.), vale gier (min. 500 p.), slangenarend (14 p.), steenarend (9 p.), slechtvalk (15p.), en havikarend (3 p.). Daarnaast van belang voor alpenkraai (200+ p.) en rode rotslijster (50 p.).

Bescherming : Beschermd als Parque Natural, het grootste natuurpark van Aragón. Aan de oostkant is in de zomer veel toerisme maar voor de rest is dit misschien wel de rustigste streek van de Pyreneeën.

Sto Domingo- Riglos - Gratal (Aragón, 45.000 ha.): gevarieerd landschap.

Habitat. Een 50 km. lange bergketen van de voor-Pyreneeën met autochtone bossen, mediterrane struiken, landbouw en indrukwekkende rotsformaties. Direct ten westen ligt de Sierra de Guara.

Ornithologisch belang: Van uitzonderlijk belang voor roofvogels, wespendief, rode wouw, dwergarend, lammergier (3 p.), aasgier (min. 10 p.), vale gier (min. 250 p.) steenarend, slechtvalk en oehoe. Daarnaast van belang voor alpenkraai, zwarte specht, en patrijs (spaanse ondersoort).

Bescherming: Niet beschermd. Bij de grote gierenkolonie mogen geen bergbeklimmers omhoog gaan.

 

San Juan de la Peña-Peña - Oroel (Aragón, 22.400 ha.): autochtone bossen.

Habitat: Goed ontwikkelde en geconserveerde bossen, struikvegetaties, weiden en rotswanden, bij Jaca

Ornithologisch belang: Er zijn hoge dichtheden aan zangvogels te vinden en er broeden bedreigde roofvogels. De belangrijste soorten zijn rode wouw, vale gier, lammergier, dwergarend, steenarend, slangenarend, zwarte specht, auerhoen en alpenkraai. De spaanse ondersoort van de patrijs is waarschijnlijk uitgestorven maar wordt nog wel als overwinteraar aangetroffen.

Bescherming: Vrijwel onbeschermd, 1% van het gebied kreeg in 1920 een culturele beschermingsstatus. Toerisme en nieuwe paden zijn een reële bedreiging.

 

Ordesa - Bielsa (Aragón, 43.000 ha.): hooggebergte

Habitat: Dit is het meest spectaculaire rotslandschap van de Pyreneeën, met lange rotswanden van honderden meters hoogte en een top van 3.355 meter. In de dalen zijn middeneuropese en mediterrane bossen te vinden terwijl boven de boomgrens uitgestrekte alpenweiden liggen. Het koude klimaat in de lange winter zorgen er voor dat bijna alle vogels dan naar lagere streken verhuizen.

Ornithologisch belang: zes paar lammergieren plus een grote subadulte populatie in de winter, zwarte spechten, alpenkraaien en auerhoen zijn de belangrijkste soorten van de rode lijst. Algemeen zijn typische hooggebergte vogels zoals rotskruiper, sneeuwvink, alpenheggemus, citroenkanarie en alpenkauw, maar dat zijn geen bedreigde soorten.

Bescherming: Het grootste groot deel ligt in het Nationale Park van Ordesa & Monte Perdido.

p

Lammergier (© Kees Woutersen).

p

Alpenmarmot (© Kees Woutersen).

 

p

Route: zie kaart.

Reisverslagen: 2012, 2007, 2001.

Soortenlijsten: 2008, 2007, 2005.

P

Scharrelaar in de Monegros, mei 2008 (Foto: Kees Woutersen).

p

Knobbelmeerkoet, herintroductie in de Ebro Delta

in oktober 2007 (Foto: Kees Woutersen).

p

Vale gieren bij Boltaña, 27-05-2007 (© Kees Woutersen).

Audouins meeuw (© Kees Ooievaar).

Een van de uitkijktorens Ebro Delta (© Kees Woutersen).

Kolonie dunbekmeeuwen en grote sterns, Ebro Delta

(© Rob Frijns).

Vadiello, zuidrand Pyreneeën (© Kees Woutersen).

Vale gier (© Rob Frijns).

p

Bujaruelo, Ordesa (© Kees Woutersen).

Zwarte roodstaart (© Rob Frijns).

 

REISVERSLAGEN

VOGELREIS NOORDOOST-SPANJE:

26 APRIL - 6 MEI 2012

Door: Bert van Eijk (VWG Koudekerk-Hazerswoude)

Na zes voorgaande buitenlandse vogelreizen was het op 26 april 2012 voor de zevende keer zover: met de KLM vertrokken we 's middags van Schiphol naar Barcelona. Daar wachtte    reisleider Kees Woutersen (Aragon Natuurreizen) ons op voor een elfdaagse tour door Noordoost-Spanje. Op de rol stond een aantal gerenommeerde vogelgebieden: Ebro Delta, steppen van Los Monegros e. o. / Ebrovallei, (zuidelijke ofwel) Lage Pyreneeën en het Pyreneeën-Hooggebergte. Deze liggen allemaal in de regio's Catalonië en Aragon. Een aantal soorten van 160 tot 190 werd als reëel beschouwd. … ...

Download hier het volledige verslag.

Ons familiepension in de Ebro Delta.

Reisverslag: Ebro Delta, Monegros & Pyreneeën

mei 2007

 

Door: Kees Woutersen.

Na 10 jaar vogelreizen naar de Ebro Delta, Los Monegros en Pyreneeën is dit een goed moment   om een vergelijking te maken tussen de eerste reis in 1998 en deze in 2007. De Ebro Delta ziet er nog exact zo uit als 10 jaar geleden: onafzienbare rijstvelden, meren met een brede kraag van dik riet, een smalle kuststrook met lage vegetatie en kolonies meeuwen en sterns bij de zoutplassen. Er zijn slechts kleine veranderingen in de vogelpopulatie te zien. Dit keer waren er minder van die mooie dunbekmeeuwen en we zagen ze niet baltsen. Flamingo´s zijn in de loop der jaren veel talrijker geworden en broeden nu ieder jaar in de Delta. Ook de purperkoet is in de loop der jaren een vaste waarde van de Delta geworden, hij maakt grote hopen van dood riet waar vandaan hij zijn territorium verdedigt. Reigers zijn nog steeds talrijk, kwak, ralreiger   en woudaap zijn zonder veel moeite te zien vanaf de waarnemingstorens. Een paar jaar geleden zijn er op strategische plekken nieuwe observatieplatforms gekomen zodat je veel beter in en over het riet kunt kijken. Zo kun je zien hoe purperreiger, koereiger, kleine zilverreiger en kwak neerdalen in hun kolonies. De grote zilverreiger is sinds enkele jaren broedvogel van de Delta en er zwerven tientallen (nog) niet broedende vogels rond. Vorkstaartplevier zit niet vaak op de zelfde plekken maar we vinden hem altijd. Vanaf een van de nieuwe torens in het noorden is het nu eenvoudig de zwarte ibis te zien. Een bezoek aan de Ebro Delta is spannend in ieder jaargetijde en onze gastvrouw Gloria verzorgt ons al 10 jaar prima.

 

De rit richting Los Monegros is prachtig als altijd en we leggen hem in een kortere tijd af dankzij de verbeterde wegen. Bij de rivier de Segre vinden we weer buidelmees, orpheusgrasmus, nachtegaal, cetti´s zanger, baardgrasmus, cirlgors en een aantal andere zangvogels.   Sinds een jaar of zes slapen we in een nieuw familiehotel in Los Monegros. Daarvoor kon dat niet en moesten we veel extra kilometers maken om vanaf de zuidrand van de Pyreneeën in dit steppengebied te komen. Als er iets veranderd is in deze 10 jaar, dan zijn dat de steppen van Los Monegros. Door irrigatieprojecten, nieuwe maar ongebruikte wegen en nieuw bewerkte velden (met dank aan subsidies van de Europese Unie) is heel veel van de oorspronkelijke vegetatie verloren gegaan. We zagen dit jaar drie groepen witbuikzandhoenders, wat vel is, maar geen kleine trap en er zijn minder zuidelijke klapeksters en blonde tapuiten. Kalander- en kleine kortteenleeuwerik zijn op veel punten zog wel talrijk en de gebruikelijke steppensoorten zijn allemaal wel aanwezig, maar moeilijker te vinden. Zo moesten we veel inspanning leveren voor een zwarte tapuit en vonden we dit jaar geen grauwe kiekendief.

 

De zuidrand van de Pyreneeën, die ik vanuit mijn huis zie liggen, is een verbazingwekkend goed vogelgebied. Het landschap zeer gevarieerd: amandel- en olijfgaarden, kleine graanvelden, rivierbos, steeneiken en hoger veel natuurlijke Mediterrane struikvegetatie en de indrukwekkende rotsformaties waar de gieren broeden. Er cirkelden weer vele tientallen vale gieren boven hun kolonies en de lammergier liet zich weer zien. De aasgier kwamen we verschillende keren tegen en ook Dwerg- en slangenarend kwamen op onze lijst. Bij een rivierbos lieten zangvogels zich uitzonderlijk goed zien: orhpeusgrasmus, roodkopklauwier, (beide gedigiscoopd), zomertortel, bijeneter, provencaalse grasmus… Later zagen we ook rode- en blauwe rotslijster en alpengierzwaluwen bij de rotsen. Bij de indrukwekkende Salto de Roldan zagen we gelukkig nog een groot jong van de vale gier op het nest. Het broedsucces is dit jaar met 70% afgenomen door omdat het uitleggen van dood vee verboden is. Bij Riglos zagen we de eerste rode wouwen en weinig vale gieren omdat er vooral veel onvolwassen vogels (2 – 4 jaar oud) verdwenen zijn door het gebrek aan voedsel. Dit was het eerste jaar dat ik bij Riglos geen Pyrenese beeksalamander kon vinden, maar dat zal gewoon pech zijn geweeest.

 

Vervolgens gingen we door naar de hoge Pyreneeën. San Juan de la Peña is een prachtige plek voor roofvogels en zangvogels maar het wordt steeds toeristischer. Boven is een gigantisch hotel gebouwd dat volgend jaar wel in gebruik zal worden genomen. Topwaarneming voor mij dit jaar was de citroenkanarie. Verschillende families met pas uitgevlogen jongen zochten voedsel in het gras en waren mooier dan ooit te bekijken. Er konden zelfs digiscopingfoto´s gemaakt worden! De dorpen bij Ordesa zoals Torla en Broto zijn gegroeid maar verder ziet het landschap er nog net zo uit als 10 jaar geleden. In een Nationaal Park mogen geen skipistes of hotels worden gebouwd en daarom is dit deel van de Pyreneeën beter bewaard gebleven dan bijvoorbeeld de vallei van Hecho en de omgeving van Jaca. We gingen weer met de auto tot San Nicolas de Bujaruelo en daarna lopend tot het eind van Otal: zwarte dennen, halfopen landschap en door een riviertje doorsneden alpenweiden met orchideeënvelden. De alpenmarmotten worden ieder jaar talrijker, we zagen ze prachtig voor hun holen zitten. Misschien wel de mooiste waarneming van deze reis was een steenarend en een lammergier samen in een termiekbel. In het begin zaten ze vlak boven ons hoofd en met de termiek verdwenen ze hoog in de lucht. Verder zagen we oa alpenheggemus, de heel lichtgrijs gekleurde tapuiten, geelgors en waterpieper. De laatste volledige excursiedag ging via Fanlo de naar smalle kloof van Añisclo. Geen rotskruiper zoals 10 jaar geleden, maar dat was dan ook een uitzonderlijke waarneming. Wel weer vogels als waterspreeuw, draaihals, grauwe klauwier, bergfluiter, kruisbek, raaf en weer families citroenkanaries. Op weg naar het vliegveld van Barcelona zagen we bij Boltaña, vlakbij de weg, nog een groep vale gieren, aasgieren, rode – en zwarte wouwen bij een kadaver. Een toegift op deze prachtige reis waar we heerlijk van konden genieten.

 

Ebro Delta, Monegros & Pyreneeën, mei 2001

 

Vogels tussen branding en sneeuwgrens

 

Door: Dammis van 't Zelfde

 

Mijn vogeluitstapje in mei bracht me ook dit jaar naar Spanje. Deze keer begon de trip in de Ebrodelta.

 

Door de eeuwen heen heeft de Ebro zoveel grond meegevoerd dat er voor de kust in de Middellandse Zee een hele landtong is ontstaan (32.000 ha) bestaande uit lange stranden, duinen, zoutwaterplassen en zoetwatermeren met veel riet. Van de oppervlakte is 65% in gebruik voor de rijstteelt. Via een ingenieus stelsel van irrigatiekanaaltjes worden de akkers bevloeid. Zowel de rijstvelden als de meren en plassen zijn het domein van ontelbare reigers: koereigers (Bubulcus ibis), kleine zilverreigers (Egretta garzetta), een enkele grote zilverreiger (Egretta alba), ralreigers (Ardeola ralloides), blauwe reigers (Ardea cinerea), purperreigers (Ardea purpurea), wouwaapjes (Ixobrychus minutus) en kwakken (Nycticorax nycticorax). Ik zag daar meer purperreigers dan blauwe reigers en dagelijks zag ik meer wouwaapjes dan ik in mijn hele leven heb gezien. Vijf tot tien exemplaren per dag haalde je al gauw. Witwangsterns (Chlidonias hybridus) waren algemeen even als graszangers (Cisticola juncidis). In het water zag je overal krooneenden (Netta rufina). Op sommige plaatsen kon je de dunbekmeeuw (Larus genei) en de audouinsmeeuw (Larus audouinii) waarnemen. Dichter bij zee, op ziltige grond, scharrelde de kleine kortteenleeuwerik (Calandrella rufescens) rond.

 

Op een morgen hadden we het geluk een sliert flamingo's (Phoenicopterus ruber) te zien overkomen. Vreemde vogels eigenlijk van wie de naar voren gestrekte nek net zo lang is als de naar achteren gestrekte poten. Dit fragiele stelsel wordt precies in het midden gedragen door zwart-rose vleugels waarvan het dieprose deel nog in de snoepverpakking lijkt te zitten. Indrukwekkend om zo'n vlucht van deze toch elegante vogels aan je voorbij te zien trekken. De grootste sensatie bezorgde mij echter de purperkoet (Porphyrio porphyrio). 's Morgens voor het ontbijt was die door een stelletje fanatieke vroege vogels uit onze groep ontdekt. Toen ze enthousiast daarover verslag uitbrachten, voelden de anderen een niet te onderdrukken drang om ook hun geluk te beproeven. Wetend dat een herhaling zelden het gewenste succes oplevert ("God geeft je maar één keer de kans", hadden ze me jaren geleden al eens voorgehouden) ging ik toch mee, want "niet geschoten is altijd mis" zegt een andere levenswijsheid. Vrouwe Fortuna was ons gunstig gezind. Na een half uur wachten zagen we eerst wat riethalmen bewegen. Dat zou hem kunnen zijn, maar we zagen nog niks. Opeens verscheen hij aan de rietzoom. Op de grens van riet en water slalomde hij om de rietstengels heen om al gauw weer in de begroeiing te verdwijnen. Maar we hadden hem gezien.

 

De spanning was gebroken en voldaan keken we elkaar aan: een top doelsoort kon op de lijst bijgeschreven worden onder het motto van onze gidsen, "die binnen benne, benne binnen". Maar de apotheose van de voorstelling moest nog komen. Even later kwam de vogel weer te voorschijn. In volle glorie stak hij nu het stuk open water over. De purperkoet is een kipgrote blauwachtige vogel (spanwijdte tot 1 m). De kop wordt ontsierd door een onwijs dikke rode snavel met nog eens een grote klodder rood daarboven. Bij elke stap wipt de staart net als bij een waterhoen omhoog, waarbij de witte onderkant zichtbaar wordt als een soort schild waarmee de vogel zijn aftocht dekken wil. Op zijn hoge rode poten met onvoorstelbaar lange tenen klauwde de koet naar de overkant.

 

In de maquis (een begroeiing van lage stekelige struiken) van de steppe van Los Monegros en tegen de hellingen van het voorgebergte van de Pyreneeën was het ons – mij in elk geval – meer om de grasmusachtigen te doen. Kleine trap (Tetrax tetrax), theklaleeuwerik (Galerida theklae), rode patrijs (Alectoris rufa) en kleine torenvalk (Falco naumanni) had ik vorig jaar al gezien, al blijven het natuurlijk toch leuke waarnemingen, evenals die van rode en zwarte wouw (Milvus milvus – Milvus migrans), slangenarend (Circaetus gallicus), dwergarend (Hieraaetus pennatus) of doortrekkende wespendieven (Pernis apivorus). Maar enige op afstand rondvliegende witbuikzandhoenders (Pterocles alchata) waren nieuw voor mij. "Als nieuw", maar toch zeker een feest van herkenning, was een tweetal havikarenden (Hieraaetus fasciatus) dat we onderweg tijdens een stop hoog boven de bergen zagen zweven. Door hun witte buik en rug waren ze onmiskenbaar.

 

Grasmusachtigen zijn vreselijk moeilijk te ontdekken soorten, vond ik althans. Als je ze al hoort dan heb je ze nog niet in beeld en krijg je ze voor de lens dan is het vaak maar even en zijn ze meteen weer weg. Je doet veelal niet meer dan een vluchtige indruk op, waarbij je je even later afvraagt: heb ik hem nu net-wèl of net-nièt gezien? Toen ik de brilgrasmus (Sylvia conspicillata) in de kijker kreeg en de anderen toeriep dat ik hem gevonden had bovenin de struiken verderop, was ie alweer weggedoken. Had ik het oogringetje nu wel of niet gezien? En die baardstreep van de baardgrasmus (Sylvia cantillans)? De Provençaalse grasmus (Sylvia undata) zat heel klein heel ver weg in de telescoop. Bovendien zat hij ook nog met zijn rug naar ons toe. Zijn langere staart was goed te zien en uiteindelijk met heel veel moeite ook zijn rode oog, omdat hij zo vriendelijk was even naar links en rechts te kijken. Waar je je als geroutineerd vogelaar samen met anderen scheel staat te turen door een telescoop naar een miezerig vogeltje, zien wat relaxter rondstappende dames dezelfde soort op 3 m afstand, zelfs met het blote oog goed zichtbaar. "We durfden jullie niet te roepen, bang dat ie zou wegvliegen", was hun laconieke reactie op ons misnoegen dat ze die waarneming voor zichzelf hadden gehouden.

 

Gelukkiger voelde ik me met de waarneming van een rode rotslijster (Monticola saxatilis). Als achterblijver was ik de enige van de groep die hem gezien heeft. Omkijkend zag ik hem ineens aan komen vliegen en in het topje van een boom gaan zitten. Hij had wel iets weg van een grote goudvink, maar dan met een knalrood lijf. Later zou zich nog maar één mogelijkheid voordoen voor een herkansing. De vogel komt beslist veel minder voor dan ik verwacht had.

 

Leuke soorten van beekbossen en andere lommerrijke plekjes waren o.a. bergfluiter (Phylloscopus bonelli), orpheusspotvogel (Hippolais polyglotta), Europese kanarie (Serinus serinus) en citroenkanarie (Serinus citrinella). Letterlijk adembenemend was de klim naar Salto del Roldan. Van deze rots zou Roelant, de beroemdste paladijn van Karel de Grote, op zijn paard zijn overgesprongen naar een andere rotspartij, daarbij een duizelingwekkend diep en breed ravijn overbruggend, om zo aan zijn Moorse achtervolgers te ontkomen. Zijn paard moet dan wel Pegasus geheten hebben, het gevleugelde paard uit de Griekse mythologie. Wij zagen alleen maar gieren vliegen, hoofdzakelijk vale gieren (Gyps fulvus) die op de rotsklomp aan de overkant met tientallen paren broedden, en een enkele aasgier (Neophron percnopterus). Voortdurend zagen we ze met gestrekte vleugels onder ons door zweven, want gieren vliegen niet echt. Majestueus zeilden ze op hun brede wieken langs de rotswand. Steeds weer zag je ze in formatie met z'n drieën of vieren dezelfde patronen beschrijven, net hoe de opstijgende luchtstromen ze meevoerden. Een boeiend schouwspel waar je niet op uitgekeken raakte. Ook op de richels ontdekten we rustende en met gespreide vleugels zonnende gieren. Schitterend was het uitzicht over de uitgestrekte vlakte diep onder ons, die zich tot aan de horizon voor ons oog ontrolde.

 

Een ander hoogtepunt van de reis zou de rotskruiper (Tichodroma muraria) moeten zijn. Maar hoe we de bij vogelaars inmiddels wereldberoemde bergwand ook afspeurden, geen rotskruiper. De teleurstelling hierover werd gelukkig uitgewist toen een lammergier (Gypaetus barbatus) ineens boven de kloof kwam cirkelen en later nog een donker jong exemplaar. Zo kon ik weer een hoera-soort aan mijn lijst toevoegen.

 

Langzaam voerde het slingerende pad ons omhoog, d.w.z. wij liepen zo langzaam omdat het pad, ondanks de zigzag-aanleg die de indruk moest wekken dat het allemaal niet zo steil was, voor ons plattelanders behoorlijk klom. De tas met lunchpakket en alle kleding die je in het gebergte maar nodig zou kunnen hebben (trui, windjack, regenpak) en wat fotospullen werd steeds zwaarder. Het zweet liep langs ons gezicht en armen, want het was voorlopig zomers warm en we konden ons niet voorstellen dat er ook maar de geringste kans was dat het weer om zou slaan. Maar volgens onze gidsen wist je dat in de bergen nou juist nooit. Op het parkeerterrein hadden we volop kunnen genieten van een hoog tegen de rotswand rondcirkelende steenarend (Aquila chrysaetos). Zijn lichte kop blonk op in het zonlicht. Op de vochtige bodem van een afvoerstroompje bij een drinkplaats verdrongen een tiental koninginnepages (Papilio machaon) zich om te kunnen drinken. Wat verderop klitten witjes en blauwtjes in aparte groepjes bij elkaar. De weelde aan bloemen werd steeds uitbundiger. Afwisselend vergezelde af en toe een dollende en luid roepende zwerm alpenkraaien (Pyrrhocorax pyrrhocorax) of alpenkauwen (Pyrrhocorax graculus) ons. Eindelijk bereikten we dan toch de alpenwei. De telescopen stonden al voor ons opgesteld. In beeld ontwaarden we aantal gemzen (Rupicapra rupicapra) dat verkoeling (!) zocht in de sneeuw. De besneeuwde toppen rondom staken verblindend af tegen het blauw van de lucht. Een uitgelezen plek om van de vermoeienissen bij te komen, het meegezeulde lunchpakket te verorberen… en het verder voor gezien te houden.

 

Een leuk aspect van deze reis was dat er niet alleen naar vogels werd gekeken. Wie dat wilde, kon 's avonds na het eten, dat was al gauw na half elf, nog mee op excursie om het koor van rugstreeppadden (Bufo calamita) te beluisteren. Onze gids, Kees Woutersen, was verder nog gewapend met een bat-detector om vleermuizen te localiseren, veelal Spaanse soorten, en met een sterke lamp waarmee hij gekko's (o.a. de Europese tjitjak – Hemidactylus turcicus) tegen de muren van de dorpshuisjes vastpinde. De roep van de dwergooruil (Otus scops) en bosuil (Strix aluco) diende alleen ter aanvulling van de lijst.

 

Een van de deelnemers had er aardigheid in om als een Prikkebeen de hele dag met een vlindernet te lopen. Regelmatig moesten de vangsten bewonderd worden: blauwe ijsvogelvlinder (Ladoga reducta), koningspage (Iphiclides podalirius), koninginnepage (Papilio machaon), rouwmantel of koningsmantel (Nymphalis antiopa), oranje luzernevlinder (Colias croceus), kleine parelmoervlinder (Issoria lathonia), dambordje (Melanargia galathea) en veel blauwtjes. Werkelijk een schoonheid was het adonisblauwtje (Polyommatus bellargus), maar dat doet zijn naam al vermoeden.

 

Op een morgen troffen we een grote nachtpauwoog (Saturnia pyri) in al zijn pracht tegen de deur van ons hotelletje aan. Alleen al van de grootte (spanwijdte ong. 15 cm) kom je onder de indruk. Tijdens een van de wandelingen werd onze aandacht getrokken door een grauwe vliegenvanger (Muscicapa striata) die vanaf zijn uitkijkpost, een boomtak, steeds naar de bergwand aan de andere kant van het pad vloog, daar tegen de wand wat rondfladderde en weer naar zijn uitvalsbasis terugkeerde. Niets bijzonders, vliegjes vangen, is je eerste gedachte. Maar een wat nauwkeuriger, of nieuwsgieriger, toeschouwer zou iets heel anders gezien hebben. Gelukkig hadden wij ook zo'n type in de groep. Een slang! riep ze ineens uit. Daar zit een slang, een hele grote! Toen iedereen de kijker voor de ogen had, zagen we hem allemaal. Hij zat als het ware in een spleet vastgeklemd. Het bleek een trapslang (Elaphe scalaris) van wel anderhalve meter te zijn, op zoek naar o.a. vogelnestjes. Die grauwe vliegenvanger had dit gevaar onderkend, vandaar zijn aanhoudende schijnaanvallen.

 

Een heel bijzondere waarneming was ook de parelhagedis (Lacerta lepida), de grootste hagedis van Europa die wel 80 cm lang kan worden. Ons exemplaar was zeker een halve meter. Hij scharrelde op de grens van parkeerterrein waar we net onze busjes verlaten hadden en de begroeide berm onder de vangrail. Snel liepen we op hem toe om hem beter te kunnen bekijken. Toen kreeg hij ook ons in 't oog. Hij en wij bleven tegelijkertijd doodstil staan, een soort patstelling, die ons voldoende tijd bood hem door de kijker te bewonderen: een grote groene hagedis met een forse kop en blauwe vlekken op de flank. Een pracht exemplaar.

 

Nog vol van al deze indrukken beleef ik al schrijvend de reis opnieuw.

p

 

 

 

 

 

Ons familiepension in de Ebro Delta (© Kees Woutersen).

p

Nieuwe uitkijktoren Ebro Delta (© Kees Woutersen).

p

Kleine zilverreiger (Foto: Kees Woutersen).

p

Vorkstaartplevier, strand Ebro Delta mei 2008 (Foto: Kees Woutersen).

p

Het aparte landschap van Los Monegros (© Kees Woutersen).

P

Steppen van de Monegros (Foto: Kees Woutersen).

p

Somontano: het land tussen de Monegros en de Pyreneeën (Foto: Kees Woutersen).

Bloeiende gentiaan (© Kees Woutersen).

p

Op de Salto de Roldán (Foto: Kees Woutersen).

p

Indrukwekkende vallei van Ordesa (Foto: Kees Woutersen).

 

p

Bij een verlaten dorp in de Pyreneeën

(© Kees Woutersen).

SOORTENLIJST

Vogelreis Ebro Delta, Monegros & Pyreneeën

Reisdata:

30 april t/m 09 mei 2005

Reisleiders: Kees Woutersen & André van Loon

 

VOGELS (175 soorten):

Fuut

Dodaars

Aalscholver

Ralreiger

Woudaap

Koereiger

Kleine zilverreiger

Grote zilverrreiger

Blauwe reiger

Purperreiger

Ooievaar

Flamingo

Bergeend

Wilde eend

Krakeend

Slobeend

Krooneend

Zwarte wouw

Rode wouw

Sperwer

Lammergier

Aasgier

Vale gier 

Slangenarend

Grauwe kiekendief

Bruine kiekendief

Buizerd

Steenarend

Dwergarend

Slechtvalk

Boomvalk

Torenvalk

Kleine torenvalk

Rode patrijs

Patrijs

Kwartel

Waterral

Waterhoen

Meerkoet

Purperkoet

Kleine trap

Scholekster

Griel

Steltkluut

Kluut

Vorkstaartplevier

Zilverplevier

Bontbekplevier

Strandplevier

Steenloper

Drieteenstrandloper

Bonte strandloper

Krombekstrandloper

Kleine strandloper

Rosse grutto

Tureluur

Groenpootruiter

Oeverloper

Watersnip

Dunbekmeeuw

Kokmeeuw

Audouins meeuw

Zwartkopmeeuw

Geelpootmeeuw

Kleine mantelmeeuw

Lachstern

Grote stern

Visdief

Reuzenstern

Dwergstern

Zwarte stern

Witwangstern

Witbuikzandhoen

Zwartbuikzandhoen

Rotsduif

Houtduif

Turkse tortel

Koekoek

Kuifkoekoek

Bosuil

Dwergooruil

Steenuil

Gierzwaluw

Alpengierzwaluw

Bijeneter

Hop

Zwarte specht

Groene specht

Grote bonte specht

Draaihals

Veldleeuwerik

Boomleeuwerik

Kuifleeuwerik

Teklaleeuwerik

Kortteenleeuwerik

Kleine kortteenleeuwerik

Kalanderleeuwerik

Rotszwaluw

Oeverzwaluw

Boerenzwaluw

Huiszwaluw

Duinpieper

Witte kwikstaart 

Grote gele kwikstaart

Gele kwikstaart

Waterspreeuw

Winterkoning

Heggemus

Roodborst

Nachtegaal

Gekraagde roodstaart

Zwarte roodstaart

Paapje

Roodborsttapuit

Tapuit

Zwarte tapuit

Blonde tapuit

Rode rotslijster

Blauwe rotslijster

Merel

Zanglijster

Grote lijster

Snor

Graszanger

Cetti's zanger

Grote karekiet

Kleine karekiet

Orpheusspotvogel

Provencaalse grasmus

Baardgrasmus

Grasmus

Tuinfluiter

Zwartkop

Kleine zwartkop

Bergfluiter

Fitis

Tjiftjaf

Goudhaan

Vuurgoudhaan

Grauwe vliegenvanger

Bonte vliegenvanger

Buidelmees

Glanskop

Kuifmees

Pimpelmees

Koolmees

Zwarte mees

Staartmees

Boomklever

Boomkruiper

Rotskruiper

Roodkopklauwier

Zuidelijke klapekster

Spreeuw

Zwarte spreeuw

Wielewaal

Vlaamse gaai

Ekster

Alpenkraai

Kauw

Raaf

Zwarte kraai

Ringmus

Huismus

Rotsmus

Vink

Europese kanarie

Groenling

Putter

Goudvink

Kneu

Kruisbek

Cirlgors

Geelgors

Grijze gors

Grauwe gors

X = gezien/gehoord

† = dood gevonden

S = sporen/keutels/holen

D = vleermuis-detector

 

Zoogdieren

Mol S

Kleine hoefijzerneus X

Dwergvleermuis D

Schreibers vleermuis X

Bulvleermuis D

Steenmarter X

Das S

Vos X

Wild zwijn S

Ree X

Gems X

Eekhoorn X

Alpenmarmot X

Europese haas X

 

Reptielen & amfibiën

Pyrenese beeksalamander X 

Gewone pad X

Spaanse groene kikker X

Bruine kikker

Muurgekko X

Parelhagedis X

Spaanse muurhagedis X

Hagedisslang X

P

SOORTENLIJST

Vogelreis Ebro Delta, Monegros & Pyreneeën

Reisdata:

18 t/m 27 mei 2007

23 mei t/m 1juni 2008

 

Reisleider: Kees Woutersen

 

VOGELS (155 & 161 soorten):

Fuut X X

Dodaars X X

Jan-van-Gent - X

Aalscholver X X

Ralreiger X X

Woudaap X X

Koereiger X X

Kleine zilverreiger X X

Grote zilverrreiger X X

Blauwe reiger X X

Purperreiger X X

Ooievaar X X

Zwarte ibis X X

Flamingo X X

Bergeend X X

Wilde eend X X

Krakeend X X

Slobeend X -

Krooneend X X

Zwarte wouw X X

Rode wouw X X

Lammergier X X

AasgierX X

Vale gier X X

Slangenarend X X

Grauwe kiekendief X X

Bruine kiekendief X X

Wespendief – X

Buizerd X X

Steenarend X X

Dwergarend X X

Havikarend - X

Slechtvalk - X

Boomvalk X X

Torenvalk X X

Kleine torenvalk X -

Rode patrijs X X

Kwartel X X

Waterral X X

Waterhoen X X

Meerkoet X X

Purperkoet X X

Griel X X

Steltkluut X X

Kluut X X

Vorkstaartplevier X X

Bontbekplevier X -

Strandplevier X X

Drieteenstrandloper X -

Krombekstrandloper X -

Kleine strandloper X -

Tureluur X X

Grutto X X

Oeverloper X X

Dunbekmeeuw X X

Kokmeeuw X X

Audouins meeuw X X

Zwartkopmeeuw X -

Geelpootmeeuw X X

Grote stern X X

Visdief X X

Reuzenstern X -

Dwergstern X X

Zwarte stern X X

Witwangstern X X

Witbuikzandhoen X X

Zwartbuikzandhoen - X

Rotsduif X X

Houtduif X X

Turkse tortel X X

Zomertortel X X

Koekoek X X

Kuifkoekoek - X

Bosuil X -

Gierzwaluw X X

Alpengierzwaluw X X

Bijeneter X X

Scharrelaar X X

Hop X X

Zwarte specht X X

Groene specht X X

Grote bonte specht X X

Draaihals X X

Boomleeuwerik X X

Kuifleeuwerik X X

Teklaleeuwerik X X

Kortteenleeuwerik X X

Kleine kortteenleeuwerik X -

Kalanderleeuwerik X X

Rotszwaluw X X

Oeverzwaluw X X

Boerenzwaluw X X

Huiszwaluw X X

Waterpieper X –

Duinpieper - X

Witte kwikstaart X X 

Grote gele kwikstaart X X

(Iberische ) Gele kwikstaart X X

Waterspreeuw X X

Winterkoning X X

Heggemus X X

Alpenheggemus X -

Roodborst X X

Nachtegaal X X

Zwarte roodstaart X X

Gekragde roodstaart - X

Roodborsttapuit X X

Tapuit X X

Zwarte tapuit X X

Blonde tapuit X X

Rode rotslijsterX X

Blauwe rotslijster X X

Merel X X

Zanglijster X X

Grote lijster X X

Snor X X

Graszanger X X

Cetti's zanger X X

Grote karekiet X X

Ritzanger - X

Kleine karekiet X X

Orpheusspotvogel X X

Provencaalse grasmus - X

Baardgrasmus X X

Tuinfluiter X X

Zwartkop X X

Kleine zwartkop X -

Bergfluiter X X

Tjiftjaf X X

Goudhaan X X

Vuurgoudhaan X X

Grauwe vliegenvanger X X

Buidelmees X –

Glanskop - X

Kuifmees X X

Pimpelmees X X

Koolmees X X

Zwarte mees X X

Staartmees X X

Boomklever X X

Boomkruiper X X

Grauwe klauwier X X

Roodkopklauwier X X

Zuidelijke klapeksterX X

Spreeuw X X

Zwarte spreeuw X X

Wielewaal X X

Vlaamse gaai X X

Ekster X X

Alpenkauw - X

Alpenkraai X X

Kauw X X

Raaf X X

Zwarte kraai X X

Ringmus X X

Huismus X X

Rotsmus X X

Vink XX

Citroenkanarie X X

Europese kanarie X X

Groenling X X

Putter X X

Goudvink X X

Kneu X X

Kruisbek X -

Cirlgors X X

Geelgors X -

Grijze gors X -

Rietgors X -

Grauwe gors X X

 

 

X = gezien/gehoord

† = dood gevonden

S = sporen/keutels/holen

D = vleermuis-detector

 

 

Zoogdieren    

Mol S -

Steenmarter S S

Vos X X

Wild zwijn S X

Eekhoorn X X

Edelhert – X

Gems - X

Alpenmarmot X X

Provencaalse woelmuis S

Europese haas X X

Iberische haas - X

 

Reptielen & amfibiën

Spaanse groene kikker X X

Muurgekko X X

Spaanse muurhagedis X -

Adderringslang X -

Ringslang X -

Texto