Roemenië

Pelikanen bij Histria, aan de Zwarte Zeekust.

P

Het meer bij Babadag.

p

Landschapbij Cheia.

p

Eninsala.

Histria.

De karpaten bij Bran.

p

Uzlina.

 

Roemenië-pagina


Roemenië ligt aan de westelijke oever van de Zwarte Zee en heeft een van de grootste oppervlakten wilde natuur die nog in Europa te vinden is. Het landschap is opvallend gevarieerd: de Karpaten, woeste en hoge bergen met diepe kloven en uitgestrekte bossen, de vlaktes met ouderwets extensief agrarische landschappen en dan zijn er de wetlands. De Donau Delta is groot, woest en bijna ondoor-dringbaar: 3.000 vierkante kilometer ondiepe meren, sloten en kanalen, rietvelden en beboste eilanden.

De Roemeense Donau Delta is groot, woest en bijna ondoordringbaar met ondiepe meren, kanalen, rietvelden en beboste eilanden. De Zwarte Zeekust is rijk aan vogels en in het najaar passeren hier geweldige hoeveelheden trekvogels.

In de Donau Delta broeden acht soorten reigers, dwergaalscholver, roze - en kroeskoppelikaan, zwarte ibis en veel zangvogels. In het agrarische kustgebied liggen natuurreservaten die veel te bieden hebben. Bij de meertjes met riet en modderbanken (Histria, Enisala, Murighiol) verblijven de meeste vogels van deze reis: roodpootvalk, kleine klapekster, scharrelaar, bijeneter, hop, steltlopers, moerassterns en trekvogels. In het steppengebied bij Cheia broedt sakervalk, arendbuizerd, schreeuwarend, griel, izabeltapuit, grijskopspecht, Balkansperwer én de zeldzame rouwmees broeden in de bossen.
 

p

Boottocht bij Uzlina.

p

Paardenkar, Zwarte zeekust.

p

Hieronder vindt u:

Voorjaarsreis

- Reisverslag mei 2006

- Reisverslag mei 2004

- Reisverslag juli 2003

Soortenlijsten

Als u op het plaatje klikt ziet u de fotoalbums:

juli 2003

mei 2004

p

Ons hotel op het eiland Uzlina.

p

Vertrek naar Uzlina.

p

In het hotel in Tulcea.

 

Roemenië - voorjaarsreis

Donau Delta, Karpaten & Zwarte zee

Reisdatum: nnb

Verwachte aantal vogelsoorten: 140-160.

€ nnb (bij 5-10 deelnemers) of
€ nnb (bij 11-16 deelnemers)

10 dagen, o.l.v. Kees Woutersen

 

Deze reis is gericht op Oost-Europese vogels en natuur en bezoekt alle belangrijke landschappen van Roemenië. In de Donau Delta, het grootste beschermde Wetland van Europa, vinden we onafzienbare rietvelden, ondiepe meren, rivierarmen, kanalen en beboste eilanden. Het riet wordt ruim drie meter hoog en is veel dikker dan elders in Europa. De Delta zelf is alleen toegankelijk per boot, maar ook de randen zijn voor vogels erg goed. In de Donau Delta broeden acht soorten reigers, 60% van de wereldpopulatie van de dwergaalscholver, roze - en kroeskoppelikaan, woudaap en andere reigers, zwarte ibis en een groot aantal zangvogels. In het agrarische kustgebied, Dobrogea, liggen natuurreservaten die veel te bieden hebben. Bij de meertjes met riet en modderbanken (Histria, Enisala, Murighiol) verblijven de meeste vogels van deze reis: roodpootvalk, kleine klapekster, grauwe klauwier,   scharrelaar, bijeneter (kolonies langs de weg), hop, steltlopers, witvleugel-, witwang. en zwarte stern, sperwergrasmus en rietvogels waaronder de geheimzinnige veldrietzanger. Enkele stranden bij de Zwarte Zee zijn nog verlaten, zoals bij Vadu. In het steppengebied bij Cheia zit een van de zeldzaamste vogels van Europa: de bonte tapuit. Ook broedt hier sakervalk, arendbuizerd, schreeuwarend, griel, izabeltapuit en duinpieper. Het eikenbos bij Babadag herbergt veel van de 10 soorten spechten van Roemenië (o.a. Syrische bonte -, middelste bonte -, grijskopspecht), de Balkansperwer én de zeldzame rouwmees. Dan zijn er nog de Karpaten, met bergen tot 2.500 meter hoog. De valleien zijn bewoond en extensief bebouwd. De berghellingen zijn steil met   moelijk toegankelijke bossen van spar, lariks en beuk. Hier maken we wandelingen en zoeken naar drieteenspecht, oeraluil, withalsvliegenvangener en waterspreeuw. We proberen de bruine beren te zien die ´s avonds in een dorp de afvalcontainers langsgaan.

Onze Roemenië-reis brengt u aan de kust van de Zwarte zee, midden in de Donau Delta en in de hoge beboste bergen bij Sinaia. Dit is de plek in Europa waar de grootste kans is bruine beren te zien.

 

Om een goede kwaliteit te kunnen waarborgen hebben we, in samenwerking met onze plaatselijke tour-operator, hotels met (gemiddeld) twee sterren geselecteerd en verplaatsen we ons in een bus met chauffeur. In de Delta zelf verblijven we op een eiland in het Cormoran hotelcomplex. Dit is niet alleen een uitstekende uitvalsbasis voor excursies met een kleine boot, maar heeft tevens het voordeel dat u veel ruimte en een eigen badkamer heeft, in tegenstelling tot de hotelboten die de Delta bevaren.   De prijs van de reis is inclusief inclusief vervoer vanaf en naar het vliegveld van Boekarest, alle overnachtingen (o.b.v. 2-pers.kamer) ontbijt, luchpakket, diner, alle excursies en deskundige reisbegeleiding, exclusief drank bij het eten, entree´s, fooien en peroonlijke uitgaven. Toeslag 1-p.kamer € 180. Minimum aantal deelnemers: 5.

Programma 10-daagse reis:

Dag 1 . Heenreis, aankomst Boekarest. Vervoer Tulcea, een kleine stad aan de rand van de Donau Delta, waar we drie nachten verblijven.

Dag 2 t/m 3 . Excursies bij de kust van de Zwarte Zee en aan de rand van de Delta, zoals Histria, Enisala, Babadag, Cheia en Vadu.

Dag 4 t/m 6 . Omgeving Murighiol en per boot naar het eilanddorpje Uzlina in de Delta waar we deze drie nachten in het Cormoran complex verblijven. Twee dagexcursies met een bootje diep in de Delta en wandelingen op het eiland. Dag 7: Retour naar het vasteland en reis naar Sinaia, hoog in de Karpaten. De laatste drie nachten verblijven we in dit dorp met veel groen, momumentale huizen uit vorige eeuwen en het beroemde Peles kasteel.

Dag 8 t/m 9 . Met een skilift gaan we naar de alpenweiden van de Karpaten. In de avond gaan we op zoek naar bruine beren en oeraluilen. We bezoeken een rotskloof, de bossen, het agrarische landschap en tenslotte het dorp Bran, bekend van het Dracula kasteel.

Dag 10. Terugreis, retour Boekarest.

o

 

In de Donau Delta.

p

Excursie bij Uzlina.

p

Op excursie bij Histria.

p

Balkankwikstaart.

p

Bijeneterkolonie.

p

Breedbekstrandloper.

p

Duinpieper.

p

Dwergaalscholver.

Reisverslagen

Reisverslag vogelreis Roemenië – 12 t/m 22 mei 2006

Door: Kees Woutersen.

 

Vooral dankzij het mooie weer was het derde bezoek aan Roemenië met zes deelnemers mijn beste vogelreis in dit land. We hadden windstille en zonnige dagen bij de Donau Delta, maar wel wat regen in de Karpaten. Uiteindelijk werd het recordaantal van 167 vogelsoorten waargenomen en natuurlijk hebben we veel van het land gezien en beleefd. Roemenië was de laatste twee jaar niet veel veranderd, wat bijvoorbeeld te zien is aan de vele paardekarren die nog overal rijden.

 

Direct al bij een open plek in de uitgestrekte bossen van Babadag vlogen balkansperwer, arendbuizerd en schreeuwarend. Indrukwekkend was de groep van 120 roodpootvalken die aan de rand van het bos, dicht bij de kust libelles aan het vangen was. Grote aantallen scharrelaars, kleine klapeksters, grauwe klauwieren, zeven soorten reigers, witoogeenden en de eerste roze pelikanen maakte deze dag compleet. De volgende dag bij Histria zagen we de eerste kroeskoppelikanen en hier bleken grote aantallen steltlopers en rietvogels te verblijven. De zeldzame veldrietzanger liet zich goed bekijken, evenals gewone vorkstaartplevieren én een enkele steppevorkstaartplevier, Pontische meeuw, honderden krombekstrandlopers, drie breedbekstrandlopers en vele Balkankwikstaarten. Tenslotte hebben we nog een tijdje bij een van de oeverzwaluwkolonies gezeten. Het totale aantal soorten kwam deze dag op het recordaantal van 102. Vervolgens zijn we gaan kijken in Cheia en omgeving, een steppeachtig en weinig ontwikkeld gebied dat wat verder van de Zwarte Zeekust afligt. Bonte- en isabeltapuit, twee soorten die hier de westgrens van hun verspreidingsgebied bereiken, lieten zich goed bekijken. Een lokale herder liet ons een grot zien (zonder vleermuizen overigens), er waren weer veel siesels en in het gras vonden we een Griekse landschildpad. Na een kort bezoek aan Histria op de terugweg, waar het aantal breedbekstrandlopers tot zeven gestegen was, kwamen we die dag ruim boven de 90 soorten. Die avond genoten we voor de laatste keer van het prachtige uitzicht op de Donau bij Tulcea vanuit ons restaurant in het Delta Hotel.

 

In de bijeneterkolonie de volgende dag onderweg bleken ook scharrelaars, huis– en ringmussen en spreeuwen te huizen. Na het bestuderen van enkele plasjes met onder andere veel dwerg- en zwartkopmeeuwen werden we door een bootje naar ons hotel midden in de Donau Delta gebracht. Door de enorme regenval stond het water in de Delta ruim een meter hoger dan normaal, maar ons hotel had droge voeten gehouden. Er zaten door de hoge waterstand weinig reigers rond het eiland maar we vonden wel grijskopspecht, Syrische bonte specht, de eerste dwergaalscholvers en er broedde een kleine vliegenvanger naast ons terras. Twee boottochtjes een dag later leverde natuurlijk alle deltasoorten op, de reigers, witte– en kroeskoppelikaan, zwarte ibis, gewone– en dwergaalscholver … Ineens bevonden we ons in de rand van een gigantische kolonie van honderden vogels. De verrassing was groot want onze bootmannen hadden nergens op gewezen, toch zagen we daar in een wirwar van lage bomen en struiken op hun nest lepelaar, zwarte ibis, kwak, blauwe reiger, dwergaalscholver en kleine zilverreiger. De zwarte ibis had al halfwas jongen, terwijl de kwak nog eieren had. Om verstoring te beperken zijn we maar snel verder gevaren. Na deze dag voelden we ons geabsorbeerd door dit grootste wetland van Europa. Vervolgens gingen we naar een eiland met een klein dorpje (op twee uur varen) waar we op een door een oude tractor voortgetrokken kar een excursie maakten. Hier broedt de zeearend, die we op enige afstand zagen. Eén van ons zag een ware jakhals (Canis aureus). De jakhals bewoont het kustgebied van de Zwarte Zee, want meer in binnenland wordt hij verdreven door wolven. Onderweg hebben we nog heel veel pelikanen zien vissen en een tiental ringslangen zien zwemmen.

 

Dag acht was een reisdag. In de ochtend verlieten we ons eiland in de Donau Delta en om vier uur in de middag kwamen we aan in Sinaia. Dit luxe skidorp ligt op bijna 1.000 meter hoogte in de Karpaten en is omringd door dichte bossen, bergpieken en alpenweiden. Hier kreeg de gids het een beetje moeilijk want de strandleeuweriken zaten niet op hun plek. Ondanks veel zoekwerk konden we ook geen withalsvliegenvangers vinden en in de prachtige tuinen van het Peles kasteel was het drukker dan ooit. Maar goed, er zijn dan in de avond nog wilde beren te zien bij de afvalcontainers van Brasov. We waren op tijd ter plekke en werden verrast door stortregen. Tot overmaat van ramp zagen we hoe een vuilniswagen op zaterdagavond de vuilcontainers leegde. Een duidelijk teken van ontmoedigingstactiek van de gemeente, die het toch wat te veel vindt worden met al die beren… Onze chauffeur ging vragen hoe het nu zat en kreeg als antwoord dat er verderop een kooi staat om beren te vangen om ze dan ergens ver weg weer los te laten. Dan daar maar heen! Tot onze verrassing waren bij een volgende containerplek drie halfwas beren bezig hun maag te vullen. Na enkele minuten werden ze met veel gegrom verjaagd door een volwassen dier (wij zaten in het busje en waren dus niet bang) en verderop was er nog een bezig. Aangekomen bij de kooi zagen we nog net hoe twee beren op een voor hen veilige manier het lokaas wisten te bemachtigen voordat we door de politie werden doorgestuurd. En zo beleefden we een bizarre avond. De laatste volle dag wandelden we door een kloof en langs een rivier. Er waren veel wespendieven te zien, we vonden het nest van een waterspreeuw en zagen en hoorden veel bosvogels. Bij het kasteel van Bran begon het weer te regenen en hiermee was onze reis feitelijk tot een einde gekomen.

Reisverslag vogelreis Roemenië, 20-29 mei 2004

Door: Kees Woutersen

 

Omdat ik een dag eerder in Boekarest gearriveerd was, kon ik in gezelschap van onze Roemeense chauffeur met zijn Mercedes Vito de deelnemers afhalen op het vliegveld: de families Burie en van der Kooij. Door enige uren vertraging kwamen we pas om 23.00 uur aan in het levendige stadje Tulcea (spreek uit: Toeltsja), de poort tot de Donaudelta. Natuurlijk was het restaurant zo laat nog gewoon open, dat is in dit land gebruikelijk. De volgende dag gingen we direct op stap richting de Zwarte Zeekust. Eerst de bossen van Babadag in, wandelen in de zon en leuke dingen tegenkomen als twee paar balkansperwers, wespendief en een groot aantal zangvogels. Bij Enisala hebben we ons verbaasd over de dikte van de rietstengels en hier zagen we de eerste roze pelikanen, woudaapjes, scharrelaars, grauwe klauwieren, hoppen en bijeneters in kolonies, zes soorten reigers, witwangsterns en leuke Oost-Europa soorten zoals roodpootvalk, kleine klapekster en arendbuizerd. Leo presteerde het om een zonnende dobbelsteenslang ( Natrix tessalata ) te vangen   zodat iedereen hem diep in de ogen kon kijken.

 

Dag drie reden we eerst naar Cheia, een tiental kilometers van de kust af en bekend om zijn bonte tapuit, schreeuwarend en de vele siesels, die zich allen goed lieten zien. De chauffeur reed bijzonder voorzichtig met zijn kostbare Mercedes op de onverharde weg, maar op het asfalt had hij een flink tempo. Inmiddels was hij aardig in ons groepje geïntegreerd en in gebroken Engels vertelde hij veel over zijn land Roemenië. Op onze volgende bestemming, Histria, keek hij gefascineerd naar de 400 roze pelikanen die zaten te rusten. De zeven kroeskoppen zaten een beetje apart, twee ook hier zeldzame steppevorkstaartplevieren vlogen rondjes om de auto en een groepje roze spreeuwen vloog weg. Grote aantallen sterns, steltlopers en reigers waren erg onderhoudend en we eindigden de excursie in het kroegje bij het indrukwekkende museum. Door de straffe wind waren we behoorlijk uitgewaaid. We misten nog een paar koffers en na twee dagen continu naar het vliegveld bellen was ons vertrouwen in een goede oplossing behoorlijk gedaald. Wel was ons verteld dat ze naar het vliegveldje van Constanta gebracht waren en omdat we er nu niet zo ver vandaan waren, besloten we er heen te rijden. Na enig vragen en wachten vonden we een kantoortje met een dame die onwaarschijnlijk blij was ons te zien, ze had ons al dagen geprobeerd te bereiken … Grote vraagtekens op ons gezicht, maar nu bleek dat ze nachtdienst had gelopen en dat overdag het kantoorje dicht was. Weer laat in het hotel, waar we tijdens het avonddeten opgevrolijkt werden door het laatste stukje van een Roemeens trouwfeest.

 

De volgende dag hebben we eerst wat meertjes bekeken en zijn vervolgens met twee kleine bootjes naar ons   3*** hotel midden in de Delta gebracht, waar we door het personeel op de steiger met een borrel werden opgewacht. Luxe, rust en vogels en dé manier om dit uitgestrekte gebied van plassen, kanalen en eilanden te beleven. ´s Nachts was er een indrukwekkend koor van roodbuikvuurpadden. De delta moet ermee vol zitten. Helaas werden we wakker met regen, maar toen het wat minder leek te worden hebben we toch met het bootje de excursie gemaakt. Uitgestrekte rietvelden, plassen met waterlelies, grote en kleine eilandjes met oude wilgen. Wij wisten al snel niet meer waar we zaten, maar onze bootgids bleek het gebied op zijn duimpje te kennen. Hij bracht ons naar nesten van knobbelzwaan, buidelmees en aalscholver. Hij loodste ons tot dichtbij reigers en pelikanen. Vervolgens kwamen we bij een grote kolonie witwangsterns die net de eerste eieren gelegd hadden. De bonte kraaien hadden dat ook door en twee keer zagen we ze een ei uit een nest pikken en er mee wegvliegen. Eerst dachten we dat het door ons kwam, maar we zaten toch nog op flinke afstand. Een betere uitleg is dat de verdediging van de kolonie die dag nog niet optimaal was. Kolonievogels leggen allemaal op het zelfde moment en hebben zo allemaal tegelijk de drang om de kolonie tegen indringers te verdedigen. Nu was het nog wat vroeg, want slechts enkele witwangsterns vlogen op de indringende bonte kraaien af. De rest bleef op afstand. De bootgids liet ons nog de inhoud van een paar fuiken zien. Nou ja dat dachten we eerst. Bij de tweede fuik begon hij schichtig om zich heen te kijken en met een tevreden gezicht meervallen in ons bootje onder de zitbank te verstoppen. Snel de fuiken weer terug, en toen snapten we wat er gebeurde. Na een laatste nacht in het hotel maakten we nog een ochtendwandeling op het eiland. Hier broedt ook de Syrische bonte specht en de grijskopspecht. Eindelijk vonden we de roodbuikvuurpadden en we zetten de telescoop nog eens op de dwergaalscholvers, ralreigers, grote zilverreigers en witoogeenden. Vervolgens keerden we terug naar het vasteland waar we in de harde wind bij Somova leuke dingen zagen zoals een nest steenuilen, een kolonie oeverzwaluwen en een arendbuizerd die maar om ons heen bleef vliegen, achtervolgd door bonte kraaien. Vanaf de hoge dijk en in de zon was het patroon van rietvelden en water een prachtig gezicht.

 

Nu was het tijd om richting de Karpaten te gaan en na een groot aantal paardenkarren te hebben ingehaald arriveerden we in de middag op onze nieuwe uitvalsbasis, het dorp Sinaia. Sinaia is bekend om zijn monumentale huizen, zijn beroemde klooster, het door tuinen omgeven kasteel en zijn skipistes. Een bos/parkwandeling leverde al snel withalsvliegenvangers op. Die bleken overal in het dorp te broeden. Een paar had zelfs een nestkastje bij ons hotel bezet. Bij het Peles kasteel was een familie zigeuners met een heel klein maar ook heel echt leeuwtje en iemand anders liep met een bruine beer aan de ketting. Tegen betaling kon je hiermee op de foto. Inmiddels was Joszef gearriveerd, die ons de laatste dagen als lokale gids zou vergezellen en ons met zijn perfecte Engels een hoop wijzer maakte.

 

Alweer dag acht. De skilift bracht ons tot 1.400 meter hoogte waar nog hele plakkaten sneeuw lagen. Koud maar erg mooi en perfect uitzicht op de bossen en alpenweiden van de Karpaten. Waarom zitten hier zo weinig roofvogels? Het opvallendste waren de zingende strandleeuweriken van de balkanondersoort. Ze broeden in het hooggebergte van de Karpaten en zien er echt anders uit, met veel zwart op keel en borst en heel weinig geel op de kop. ´s Avonds bracht de chauffeur ons naar het oude stadje Brasov waar we het meest indrukwekkende,maar tegelijk beschamende schouwspel van deze reis zagen. Er kwamen maar liefst vijf bruine beren vanuit de bossen om aan de rand van de stad in de containers voedsel te zoeken. Veilig vanuit de auto bekeken we deze grote en wilde beesten die de straat niet oversteken, terwijl de bewoners aan de andere kant rustig over de stoep wandelen, op weg naar hun huizen. En we waren niet de enigen die met lampen en schijnwerpers hier op af gekomen waren. Toen het eten op was, verdwenen de beren weer in het bos.

 

De laatste volle excursiedag brachten we door bij een kloof, een rivier, het Dracula-kasteel van Bran en het oude fort bij Rasnov. Tot onze verrassing zagen we een taigaboomkruiper en een paartje rotskruipers. Erg leuk waren de geelbuikvuurpadden en de alpen- en kamsalamanders. De laatste avond bleek dat voor iedereen de dagen waren omgevlogen. De tijd was eigenlijk te kort om alles goed te zien en bij een volgende reis moeten we een dagje langer in het hotel in de Donaudelta blijven.

p

Verslag vogelreis Roemenië, 14 juli - 4 augustus 2003

 

Door: Kees Woutersen

 

Waarom Roemenië? Het ligt aan de andere rand van Europa, en dat levert een hele andere cultuur, natuur en vogels op. Enthousiaste verhalen van andere vogelaars stimuleerde me op onderzoek te gaan. Eerst dook ik de boeken in, toen keek ik op internet om vervolgens te doen waar het om gaat: een uitgebreid bezoek brengen aan het land en zijn beste vogelgebieden. De belangrijkste doelstelling van de reis was om een goede, efficiënte route uit te stippelen voor een vogelreis die alle belangrijke landschappen omvat. Daarnaast was het natuurlijk zaak zelf zoveel mogelijk vogels en andere fauna zien. Maandag 14 juli 2003 was het dan zo ver. Via Madrid vlogen we, dwz ondergetekende met zijn familie, voor drie weken naar Roemenië. We zouden eerst het berggebied van de Karpaten bezoeken, dan de uitgestrekte Donau Delta ingaan en tenslotte het kustgebied van de Zwarte Zee, Dobrogea, verkennen.

 

Bij het verlaten van het vliegveld in Boekarest merkten we snel dat we zo´n 40 jaar waren teruggeworpen in de tijd. Overal lopen paardenkarren op de snelweg en na een uurtje kwamen we langs een groot veld vol ja-knikkers. Je weet wel, tot in de jaren 1960 pompten ze nog olie uit de gasbel van Slochteren. De paardenkarren zouden we de hele reis niet kwijtraken. Het is het normale vervoermiddel voor personen, hooi, hout en landbouwprodukten en op sommige dagen kwamen we er honderden tegen. Ze stralen natuurlijk een gevoel van rust uit maar nadeel is dat ze het verkeer flink kunnen ophouden. De maximumsnelheid van 90 km. per uur die voor alle wegen geldt (in de dorpen is het 50) ligt dan ook niet in de buurt van de gemiddelde snelheid die we bereikten. Onze lage snelheid was tevens te wijten aan de vaak slechte wegen, het verouderde wagenpark en het vrachtverkeer dat vooral veel moeite had met steigende bergweggetjes. Een autosnelweg zoals die op de kaart staat bleek ook vaak optisch bedrog te zijn: smal, slecht wegdek en paardenkarren en vrachtauto´s maken het noodzakelijk tot in de eerste versnelling terug te schakelen. In het kustgebied bleek het gelukkig beter te gaan, hier zijn gloednieuwe en brede asfaltwegen met weinig verkeer. Maar goed, laat in de avond van de eerste dag kwamen we aan in het pension van Jozsefina, die een geweldige maaltijd had bereid. Die week hebben we veel restaurantjes uitgeprobeerd en de kwaliteit varieerde sterk. Dat bleek ook zo bij ons pension zo te zijn. Op een avond kregen we een soort steak, vlees dat we de volgende dag zagen hangen tussen de frambozen en honing bij de stalletjes langs de weg. Bedekt met een laagje vliegen.

 

Karpaten - deel 1.

De eerste week bleven we hier logeren, op een kilometer afstand van Bran, waar het kasteel van Dracula staat. We kregen leuk contact met andere gasten in het pension en tot onze verbazing bleken er aardig wat mensen een mondje Spaans te spreken. Hoe kan dat? Ze vertelden allemaal dat ze dagelijks naar de ´telenovela´ keken, Zuid-Amerikaanse soap-series die worden ondertiteld. Roemeens ligt tussen de Slavische en de Latijnse talen in, en een beetje Spaans leren is niet zo moeilijk voor de geïnteresseerde Roemeen. Roemeens daarentegen is veel moeilijker voor ons, er zitten veel klanken en letters   in waarvan we niet weten wat we er mee aan moeten.

 

Die eerste week hebben we heel wat valleien, weggetjes en bergpaadjes bekeken. Het mooiste deel van de Karpaten bleek ook het hoogste stuk te zijn, met toppen tot ruim 2.500 meter hoogte in het Bucegi-massief, een Nationaal Park. De steile hellingen zijn zwaar bebost met beuk, spar en lariks. Mede door het gebrek aan paden zijn de bossen heel slecht toegankelijk. De valleien worden extensief agrarisch bebouwd, op veel plekken waren mensen met een zeis aan het hooien en op ieder erf stonden hooibergjes tussen de fruitbomen. Hier zitten natuurlijk aardig wat ´gewone´ vogels: middelste bonte specht, Syrische bonte specht, grauwe klauwier, gekraagde roodstaart, kramsvogel, appelvink, Europese kanarie, Spaanse mus. De grote gele kwikstaart zit niet alleen in de beekjes maar heeft bij afwezigheid van de gewone gele ook de graslanden ingenomen. Regelmatig vlogen er wespendieven over en we zagen nog baltsende raven. De zelfde vallei ziet er heel geschikt uit voor drieteenspecht, een soort die gemengd, oud bos nodig heeft. Boven Bran zaten kortteenleeuwerikken in het grasland. Dat laatste bleek uitzonderlijk en staat niet in de boeken. Verder vonden we nog een mooie kloof met waterspreeuw en withalsvliegenvanger. In de bloemenrijke vallei van Zarnesti wemelde het van de vlinders. Het toeristische Sinaia, op 900 meter hoogte gelegen, bleek een uitstekende uitvalsbasis voor onze vogelreizen te zijn. Vlak boven het dorp moeten oeraluilen zitten, maar eind juli houden die natuurlijk hun kop. Naast enkele lelijke hotels heeft Sinaia heel veel monumentale en gigantische woonhuizen uit vorige eeuwen. Sommigen zijn omgebouwd tot hotels, en dat is natuurlijk het leukst logeren. Er staat ook veel groen in het dorp dat omsloten is door dichte bossen.

Karpaten - deel 2.

Na een week reden we van Bran naar het noorden, via Miercurea-Ciuc naar Georgeni. Hier hadden we een bungalowtje gehuurd op een in aanbouw zijnde camping. Het adres had ik uit een van de Spaanse natuurbladen, Quercus, want de eigenaar is een Spanjaard en de mensen die er werken zouden ook Spaans spreken. We hoopten dan ook veel van het land te horen, want bijna niemand in Roemenië bleek redelijk Engels, Duits of Frans te spreken. Na 180 km. en 6 uur rijden kwamen we vermoeid aan bij de camping en zagen onmiddelijk dat die nog in aanbouw was: een leeg terrein met een woonhuis en drie bungelows. Aanbellen dus, en de man die uit het huis kwam wist van onze komst want hij zei: ´ah, Kees, Hollander, si, un momento´ en verdween in een van de bungalows. Het was nog niet helemaal klaar. Hij maakt schoon dachten we eerst nog maar even later verdween hij in zijn Renault 4, met nog ´un momento.....´. Dat gaf ons de mogelijkheid de bungalow te inspecteren, hé geen ramen, oh een bed te kort, oeps geen electra en niet op het bed zitten want er zijn geen lattenbodems. Gaat alles goed? Er kwamen twee auto´s terug en vier man sterk begon in het bungalowtje te timmeren: ramen werden ingezet, lattebodems geplaats, een tafeltje getimmerd, zou het toch nog goedkomen? Is er eigenlijk wel stromend water? Ja, dat komt zeker want de WC wordt naar binnen gedragen. Een derde auto komt het terrein op, de chauffeur stevent recht op ons af en begint zich heftig te excuseren over de vertraging. Zijn naam was Arpat en hij bleek de verantwoordelijke te zijn. Na duizend excuses nodigde hij ons uit om te dineren in een plaatselijk restaurant, daarna zou ons huisje klaar zijn. Dat laatste bleek ook te kloppen. De dagen daarna bouwden we een uitzonderlijk goede band op met Arpat en zijn familie (zussen, ouders en de man van de camping die zijn zwager bleek te zijn) waarbij de gemeenschappelijke taal Spaans was. We hebben Arpat ook flink uitgehoord over Roemenië, de problemen van de gewone burger, de gewoontes en we zijn ook uitgenodigd in het huis waar zijn ouders en familie wonen. Een samenvatting van interessante en nuttige feiten volgt hieronder.

 

Feiten over Roemenië

- Arpat en zijn familie behoorden tot de Hongaarse minderheid die in deze streek woont. Ze zijn tweetalig opgevoed en ook in de restaurants stond het menu in Roemeens en Hongaars. Er zijn bijna 2 miljoen Hongaren in Roemenië en de Hongaarse politieke partij steunt de minderheidsregering.

- Na de omwenteling in 1990 zijn onderwijs en gezondheidszorg hard achteruit gegaan. Er zijn geen privé klinieken maar ´als je betaalt kan je de beste behandeling krijgen´.

- Het minimumloon is 80 euro per maand, voor de mensen die werk hebben. Er wordt heel veel bijgeklust om de levenstandaard enigszzins omhoog te krijgen. Iedereen heeft te eten, kleding een dak boven zijn hoofd. En de bedelende kinderen die we af een toe tegenkwamen? Hun ouders zijn alcoholist of hebben andere problemen. Er is (natuurlijk) een kleine elite die veel heeft. Het BTW tarief ligt op west Europees niveau, evenals de prijzen voor auto´s, benzine en hotels.

- Men is tevreden over de democratie, maar de verwachting dat men economisch meteen het west Europese niveau zou bereiken is niet uitgekomen.

- Na de omwenteling is alles weer privé eigendom geworden. Bijna iedereen heeft het huis dat hij huurde toen gekocht, tegen betaling van 8 of 10 jaar huur. Probleem is dat er de laatste 15 jaar niets is bijgebouwd, en een jong gezin dus bijna niet aan eigen woonruimte kan komen. Er zijn nog geen hypotheken, maar binnenkort gaan de banken experimenteren met hypotheken met een looptijd van 5 - 8 jaar.

 

Verder heb ik een ochtend zitten praten met Jozsef, lokaal ornitholoog en een van de eigenaren van Strix Tours dat zich toelegt op ecotoerisme in Roemenië. Hij wist een hoop nuttige dingen te vertellen. Zo zitten oeraluilen ´overal´ en verdringen ze de bosuilen. Het zien van bruine beren is volgens hem echt mogelijk en hij zal de beste strategie uitzoeken.   Wij waren al in het skidorp Poiana Brasov geweest, een verschrikkelijke verzameling hotels uit het Stalin-tijdperk, maar daar schijnen ze toch echt in de avond de afvalcontainers op te zoeken.

 

Door al onze sociale activiteiten zijn we in de omgeving van Georgeni niet erg actief in het veld geweest. Het gebied staat bekend om zijn populaties hazel- en auerhoenders, zijn uilen en de vele spechten. Wel zijn we bij Lacu Rosu geweest, een natuurlijk bergmeer omgeven door dicht gemengd bos, erg toeristisch en met met prachtige rotswanden waar je zo naar toe kan lopen. Hier broedt de rotskruiper maar het probleem is het zelfde als boven Hecho in de Pyreneeën: soms moet je dagen wachten voor je hem ziet. Onze camping leverde nog geweldige geelbuikvuurpadden op, al eerder had ik wat kleintjes gevonden.

 

De Donau Delta

Na een dag reizen kwamen we in Tulcea aan, het stadje dat de poort tot de Donau Delta is. Nadat we op de boulevard in een duur restaurant de avondmaaltijd genuttigd hadden kwamen er honderden, nee duizenden kakkerlakken te voorschijn. Ook de hall van ons absoluut af te raden 3 sterren hotel Delta, het grootste en ´beste´ in de stad, werd door honderden beestjes belaagd en velen lagen de volgende ochtend dood op de stoep. Op dringend verzoek van mij had onze touroperator een klein hotelbootje geregeld zodat we onafhankelijk van andere toeristen onze gang konden gaan. Na bijna 8 uur varen waren we diep in de Delta en daar gingen we de komende twee nachten voor anker. Het bleek een visser te zijn die graag in het toerisme wilde werken en ons daarom meegenomen had. De kans dus om het echte vissersleven van de Delta te leren kennen. De eigenaar, ´patron´, deed zelf eigenlijk niets anders dan bier en vodka drinken, dat laatste vooral als ontbijt. Hij werd als enige niet belaagd door de vele muggen die bij zonsondergang verschenen. Zijn echtgenote zorgde voor het eten, de kapitein voor het varen en vissen en de bootsjongen van een jaar of 20, een Ukraïner, moest overal mee helpen. Drijfnetten werden uitgezet en daarmee is flink wat vis gevangen, voorns en witvissen zoals ik die in mijn jonge jeugd in Noordholland uit de vaarten haalde. Eenmaal zat er een dode europese waterschildpad in...... . We kwamen er achter dat hun eten bestond uit deze vis, nogal taai maar volgens hun erg lekker, maismeel en soms een tomaatje of een komkommertje. Erg saai dus. De dame hebben we nog geleerd hoe je macaroni moet koken, maar ze wist al dat het Italiaans eten was. De afwas werd met Donau water gedaan, dus dat spoelde we nog maar na. Pas de laatste dag merkten we dat de koffie ook met Donau water werd gezet, maar we hebben er niets aan over gehouden. En dan die Delta. Ongelofelijk uitgestrekt, de enige wegen gaan over het water en er zijn een paar vissersdorpjes. Overal ralreigers, kleine zilverreigers, kwakken, woudapen, grote zilverreigers, aalscholvers, en honderden dwergaalscholvers. Van die laatsten broedt 60% van de wereldpopulatie in de Donau Delta. Regelmatig vliegen er roze pelikanen over en overal in bomen en op draadjes zitten scharrelaars. Een hele dag zijn we in een motorbootje op pad geweest en hebben het beroemde vogelmeer Fortuna aangedaan. Dat was net het paradijs. Helaas was de waterstand in de Donau in 120 jaar niet zo laag geweest als nu in 2003. Groepen pelikanen, gewone - en dwergaalscholvers waren goed te zien en hier vonden we de eerste witvleugelsterns en zwarte ibissen. Enkele kleinere kanalen zaten vol met ijsvogels en reigerachtigen. Zeearend, roodpootvalk, Syrische bonte specht en veel boomvalken lieten zich zien. Helaas was de terugweg, tegen de stroom in, nog langer dan de heenweg en bij terugkomst in Tulcea waren we er doordrongen van hoe moeilijk het is om in de uitgestrekte Delta efficient te vogelen.

De randen van de Delta zijn eigenlijk veel beter voor vogels. Ze zijn vanaf de weg te bereiken en te bekijken en van enkele interessante vogels zijn de aantallen ongehoord groot: roodpootvalk, kleine klapekster, grauwe klauwier, scharrelaar, bijeneter (veel kolonies vlak langs de weg), hop, steenuil en natuurlijk steeds het gewone Delta-spul, zijnde al die reigers en de moerassterns.

 

Dobrogea

De beste vogelgebieden lagen aan de rand van de Zwarte Zee en in het binnenland van de streek Dobrogea. De laatste week sliepen we in een splinternieuw driesterrenhotel dat met buitenlands kapitaal was opgezet aan het strand van Venus, dat ligt tussen Neptunus en Jupiter in. Hier van uit was het goed te doen de natuurgebieden van Dobrogea te bezoeken, Alex ging mee en die ontdekte ook heel wat. We bezochten Histria en Enisila, meren, sloten, rietvelden en slikvelden. Hier viel ons pas op hoe hoog en dik het riet in Roemenië is! Naast alle soorten die ook aan de rand van de Delta zitten vonden we de geheimzinnige veldrietzanger en we zagen woudaapjes door het riet wandelen. Op de moddervelden zaten nu al honderden steltlopers zoals bosruiters, steltkluten en kemphanen, tientallen zwarte -, witwang- én witvleugesterns, een groep reuzensterns, vorkstaartplevieren vlogen laag over en er zwom een bisamrat vlakbij. Bij Enisila vloog een balkansperwer en het tweede bezoek aan Histria leverde kroeskoppelikanen op. Op het strand bij Vadu vlogen zwartkop- en dwermeeuw. Het bos- en moerasgebied bij Hagieni, vlakbij de Bulgaarse grens, bleek erg achteruit gegaan te zijn. Het meest vermeldenswaard waren de tientallen purperreigers, ongetwijfeld vogels onderweg naar Afrika. Het steppeachtige gebied bij Cheia was bijzonder goed: izabeltapuit (met jongen in de steppe), bonte tapuit (met jongen op de rotsen), overal duinpiepers, veel arendbuizerden en roodpootvalken, griel, jonge sakervalken, een paar schreeuwarenden en heel veel siesels. Deze grondeekhoorn is een belangrijke voedselbron voor veel roofvogels en de izabeltapuit broedt in zijn holen. Bij de bossen van Babadag begon het voor het eerst wat te regenen. De rouwmees werd niet gevonden, maar wel de plek waar hij zou broeden. Hier zijn prachtige oude eikenbossen met veel dood hout en we zagen o.a. middelste bonte spechten en tientallen appelvinken. Het grote hotel van Babadag is als vijftigerjaren curiositeit absoluut aan te raden, maar reken niet op electriciteit of warm water. Tenslotte bleek vlakbij ons hotel in Venus nog een plasje te zijn met een kolonie visdieven die nog kleine donsjongen hadden, en dat op 2 augustus.

 

Over de terugweg naar het vliegveld van Boekarest valt te melden dat de wegen ineens heel goed waren, we de waterputten langs de weg hebben geprobeerd en dat de meertjes boven Buzau absoluut de moeite waard zijn. Niet alleen vanwege de lepelaar- en oeverzwaluwkolonie, ook voor steltlopers, sterns en de (alweer) vele roodpootvalken, scharrelaars en kleine klapeksters in de omgeving. In ons hotel bij Buzau hebben we de beste maaltijd in drie weken genuttigd en net toen we wilden gaan slapen kwam een dansgroep uit Moldavië zijn kunsten vertonen. Uiteindelijk hebben we niet minder dan 3.600 kilometer gereden maar wel het land en de mensen leren kennen.

 

Conclusie

De reis kunnen we als zeer geslaagd bestempelen. Niet minder dan 143 vogelsoorten in juli/augustus (de tamme tijd) is wel erg veel en geeft aan hoe goed en gevarieerd de natuurgebieden van Roemenië zijn. Ook zijn er voldoende speciale en karakteristieke Oost-Europese soorten te vinden. De bevolking is uiterst vriendelijk maar moet nog wennen aan het marktgerichte, westerse denken. Het is zaak de routes kort te houden omdat het reizen lang duurt en moderne hotels te selecteren (absoluut geen staatshotels) om het beste op horeca-gebied te krijgen.

o

Soortenlijsten

Voorjaarsreis Roemenië

20 – 29 mei 2004

o.l.v. Kees Woutersen

 

Vogels (150):

 

Fuut

Roodhalsfuut

Geoorde fuut

Dodaars

Aalscholver

Dwergaalscholver

Roze pelikaan

Kroeskoppelikaan

Ralreiger        

Woudaapje               

Kleine zilverreiger

Grote zilverreiger

Kwak   

Blauwe reiger   

Purperreiger   

Ooievaar

Zwarte ibis

Knobbelzwaan

Wilde eend

Krakeend

Slobeend

Zomertaling

Krooneend

Tafeleend

Witoogeend

Bergeend

Sperwer

Balkansperwer

Bruine kiekendief      

Wespendief   

Buizerd         

Arendbuizerd

Zeearend

Schreeuwarend                  

Boomvalk                  

Torenvalk                  

Roodpootvalk

Kwartel

Fazant

Waterhoen               

Meerkoet                  

Scholekster    

Steltkluut        

Kluut                          

Vorkstaartplevier

Steppevorkstaartplevier

Kievit   

Strandplevier                      

Krombekstrandloper         

Kleine strandloper     

Kemphaan                           

Tureluur                    

Wulp

Witgat

Zwartkopmeeuw     

Kokmeeuw                           

Geelpootmeeuw                

Visdief

Dwergstern

Zwarte stern             

Witwangstern                    

Houtduif                              

Turkse tortel             

Zomertortel               

Koekoek                              

Bosuil

Steenuil                               

Gierzwaluw             

Alpengierzwaluw               

IJsvogel

Bijeneter                              

Scharrelaar               

Hop                                                                       

Groene specht                      

Grote bonte specht           

Syrische bonte specht

Veldleeuwerik

Kuifleeuwerik                    

Kalanderleeuwerik

Strandleeuwerik

Rotszwaluw

Oeverzwaluw                    

Roodstuitzwaluw

Boerenzwaluw                    

Huiszwaluw             

Waterpieper

Duinpieper                

Witte kwikstaart       

Grote gele kwikstaart       

Gele kwikstaart                  

Balkan gele kwikstaart

Waterspreeuw                    

Winterkoning                    

Heggenmus

Roodborst                            

Nachtegaal

Gekraagde roodstaart

Zwarte roodstaart      

Paapje

Roodborsttapuit        

Tapuit                         

Bonte tapuit    

Merel                                    

Beflijster

Kramsvogel

Zanglijster

Grote lijster

Snor                

Grote karekiet

Kleine karekiet

Vale spotvogel

Braamsluiper

Tuinfluiter                 

Zwartkop                             

Tjiftjaf              

Goudhaan

Vuurgoudhaan

Grauwe vliegenvanger

Withalsvliegenvanger       

Buidelmees               

Glanskop

Matkop

Pimpelmees               

Koolmees                            

Zwarte mees                      

Boomklever               

Taigaboomkruiper

Rotskruiper

Grauwe klauwier        

Kleine klapekster

Spreeuw                              

Roze spreeuw

Wielewaal                           

Vlaamse gaai                

Ekster                         

Kauw

Roek                          

Bonte kraai               

Raaf                                      

Ringmus                              

Huismus                              

Spaanse mus

Vink     

Europese kanarie          

Groenling                            

Putter

Goudvink

Kneu                                     

Kruisbek

Appelvink

Geelgors                             

Ortolaan

Rietgors

Grauwe gors

 

Vlinders (26)

 

Koningspage

Klein geaderd witje

Groot koolwitje

Oranjetipje

Icarusblauwtje

 

Zoogdieren

 

X = gezien/gehoord

† = dood gevonden

S = sporen/keutels/holen

D = vleermuis-detector

          

Dwergvleermuis D

Oostelijke Egel †

Mol S

Bruine beer X

Wild zwijn S

Siesel X

Bosmuis X

Muskusrat X

Eekhoorn X

Europese haas X           

 

 

Reptielen & amfibieën

 

Groene kikker                      

Roodbuikvuurpad                

Geelbuikvuurpadpad        

Alpenwatersalamander     

Kamsalamander                 

Europese waterschildpad       

Muurhagedis                     

Dobbelsteenslang    

Ringslang       

o

 

 

p

Roze pelikanen.

p

Izabeltapuit.

p

Kleine klapekster.

p

Oeverzwaluw.

p

Purperreiger.

p

Roekenkolonie.

p

Roodpootvalk.

p

Roze pelikanen.

p

Roze pelikanen.

p

Vorkstaartplevier.

p

Waterspreeuw.

p

Zomertortels.

p

Griekse landschildpad

p

Groene pad.

p

Ringslangen.